ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0081
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de bestuursrechter bij niet-tijdig nemen van een zelfstandig schadebesluit
In deze zaak is in geschil het niet-tijdig nemen van een zogenaamd zelfstandig of zuiver schadebesluit door de Staatssecretaris van Justitie, vertegenwoordigd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Eiser, die een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd had aangevraagd, stelde dat verweerder zijn aanvraag ten onrechte buiten behandeling had gesteld. Eiser had op 23 mei 2005 een verzoek om schadevergoeding ingediend, dat door verweerder op 5 februari 2007 was afgewezen. Hiertegen heeft eiser op 15 maart 2007 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 24 april 2007 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat het niet-tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, op basis van artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat er sprake is van processuele connexiteit, wat betekent dat het zelfstandig schadebesluit alleen vatbaar is voor beroep indien het schadeveroorzakende handelen van het bestuursorgaan ook een besluit betreft waartegen bezwaar en beroep openstaat. In dit geval was dat het geval, aangezien het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen aan de basis ligt van het schadeverzoek. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet-tijdig nemen van het besluit en verplicht verweerder om binnen zes weken een besluit op het bezwaar te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op €322,00 worden vastgesteld, en het griffierecht van €143,00 dient aan eiser te worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. W.P. Claus, rechter, en is op 4 oktober 2007 uitgesproken.