ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9846
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking Personnel Security Clearance
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 30 juli 2007 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, woonachtig in Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarbij haar Personnel Security Clearance (PSC) op NATO SECRET niveau werd ingetrokken. Verzoekster stelde dat er niet tijdig op haar bezwaar was beslist en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter overwoog dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was. Dit kwam voort uit het feit dat verzoekster geen aanspraak kon maken op een dwangsom, omdat er geen uitspraak was gedaan die verweerder verplichtte om binnen een bepaalde termijn te beslissen op het bezwaar van verzoekster.
De rechtbank had eerder al een voorlopige voorziening getroffen op 20 april 2007, maar de voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening in deze fase niet voor inwilliging in aanmerking kwam. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, A.J. Faasse-van Rossum.