ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9721
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en beslistermijn asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 november 2007 uitspraak gedaan in een beroep tegen de inbewaringstelling van eiser, een Somalische vreemdeling. Eiser was op 7 november 2007 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Namens eiser werd beroep ingesteld tegen deze inbewaringstelling, waarbij ook schadevergoeding werd verzocht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 november 2007, waar eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft allereerst beoordeeld of de maatregel van vreemdelingenbewaring in overeenstemming is met de wet en of deze gerechtvaardigd is bij afweging van alle betrokken belangen. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting zou zijn, omdat hij afkomstig is uit Noord-Somalië en niet uit Somaliland of Puntland, en dat uitzetting naar Somalië in de praktijk vrijwel onmogelijk is. De rechtbank oordeelde echter dat er geen reden was om te twijfelen aan de mededeling van verweerder dat er nog steeds uitzettingen naar Noord-Somalië plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat het vereiste zicht op uitzetting zou ontbreken.
Daarnaast werd vastgesteld dat eiser deze week stond ingepland voor verhoor op het Aanmeldcentrum Schiphol, waarbij verweerder de wettelijk vastgelegde beslistermijn van maximaal zes weken in acht zou nemen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet in zijn belangen werd geschaad en dat er geen grond was voor het oordeel dat verweerder eerder op de asielaanvraag zou moeten beslissen. De rechtbank concludeerde dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat dit verzoek slechts kan worden toegewezen indien de rechtbank de opheffing van de bewaring beveelt, wat in dit geval niet gebeurde.