ECLI:NL:RBSGR:2007:BB8582
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Quadekker
- A. Verbeek
- J. Steenhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in de Pink-zaak wegens onvoldoende bewijs tegen verdachte
In de zaak van de verdachte, die betrokken was bij de zogenaamde 'Pink-zaak', heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 november 2007 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een gewelddadige overval op 29 mei 2006, waarbij de slachtoffers ernstig zijn bedreigd en mishandeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren voor de hem ten laste gelegde feiten. Hoewel er aanwijzingen waren die op betrokkenheid van de verdachte wezen, waren deze niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de technische bewijzen, zoals DNA-onderzoek en telefoongegevens, kritisch beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de aanwezigheid van de verdachte op de plaats delict en de inbeslaggenomen voorwerpen niet voldoende bewijs opleverden voor zijn betrokkenheid bij de overval. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen en de rechtbank gelastte de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte. Deze uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafrechtelijke proces.