ECLI:NL:RBSGR:2007:BB6535
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en belangenafweging bij hernieuwde inbewaringstelling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 4 oktober 2007 uitspraak gedaan in een beroep tegen de inbewaringstelling van een vreemdeling. Eiser, van Chinese nationaliteit, was eerder in bewaring gesteld van 16 maart 2006 tot 6 februari 2007, maar deze bewaring was opgeheven op basis van een belangenafweging. De Staatssecretaris van Justitie stelde dat er geen nieuwe feiten en omstandigheden waren die een hernieuwde inbewaringstelling rechtvaardigden, maar verwees naar een nieuw document dat eiser had, een NS-abonnement met een andere naam, als een nieuw feit.
De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris niet in zijn primaire standpunt kon worden gevolgd. Volgens de uitspraak van de Afdeling van 7 juni 2006 kan een vreemdeling slechts opnieuw in bewaring worden gesteld indien er nieuwe feiten en omstandigheden zijn, vooral als de eerdere bewaring was opgeheven vanwege een materieel gebrek. De rechtbank benadrukte dat het beleid van de Staatssecretaris, zoals neergelegd in de Vreemdelingencirculaire, een belangenafweging vereist na een periode van zes maanden. Aangezien er zeven maanden waren verstreken sinds de opheffing van de eerdere bewaring, en er nieuwe aanknopingspunten waren voor de identiteit van eiser, was de rechtbank van mening dat de eerdere opheffing van de bewaring niet in de weg stond aan de huidige inbewaringstelling.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak benadrukt de noodzaak van nieuwe feiten en omstandigheden bij hernieuwde inbewaringstelling en de toepassing van het beleid van de Staatssecretaris.