ECLI:NL:RBSGR:2007:BB6349
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Onterecht in rekening gebrachte vervolgingskosten bij dwangbevel in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X.] BV, eiseres, en de ontvanger van de Belastingdienst, verweerder, over de in rekening gebrachte kosten van betekening bij een dwangbevel. De zaak betreft de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2003, die aan eiseres was opgelegd met dagtekening 30 november 2005. Eiseres had verzocht om uitstel van betaling, maar dit verzoek werd afgewezen. Na een aantal administratieve procedures en verzoekschriften, heeft verweerder op 6 april 2006 een dwangbevel uitgevaardigd, waarbij kosten van betekening in rekening zijn gebracht. Eiseres maakte bezwaar tegen deze kosten, die door verweerder werden gehandhaafd in de beslissing op bezwaar van 18 mei 2006.
De rechtbank oordeelde dat de ontvanger in strijd heeft gehandeld met het beleid zoals verwoord in de Leidraad Invordering. De rechtbank stelde vast dat de ontvanger had moeten handelen alsof het verzoek om uitstel was toegewezen, en dat de argumenten van verweerder om het dwangbevel uit te vaardigen onvoldoende waren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking tot het in rekening brengen van vervolgingskosten en gelastte dat de Staat der Nederlanden het door eiseres betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.P.F. Slijpen, in tegenwoordigheid van griffier H. van Lingen.