ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een verblijfsvergunning op medische gronden
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 6 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Angolese eiseres en de Staatssecretaris van Justitie. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met als doel medische behandeling. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen door de verweerder, waarna de eiseres bezwaar maakte. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, wat leidde tot een beroepsprocedure bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres lijdt aan ernstige psychosomatische klachten, waaronder slaapproblemen, hoofdpijn en hyperventilatie, en dat zij onder behandeling is bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). De rechtbank oordeelde dat de verweerder onvoldoende rekening had gehouden met de medische situatie van de eiseres en het BMA-advies, dat niet de recente informatie van de GGZ had betrokken. Dit werd als onzorgvuldig beschouwd, aangezien de verweerder had moeten inzien dat er nieuwe feiten waren die een herbeoordeling van de aanvraag vereisten.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de verweerder en droeg deze op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseres en moest het griffierecht worden vergoed. De rechtbank benadrukte dat de gezondheidstoestand van de eiseres, in combinatie met de afwezigheid van adequate behandelingsmogelijkheden in Angola, een belangrijke factor was in de beoordeling van de aanvraag voor de verblijfsvergunning.