ECLI:NL:RBSGR:2007:BB3946

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
23 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
FA RK 07-1776 284349
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doorhaling akte en aanvulling registers burgerlijke stand ex art.1:24 BW

Op 23 maart 2007 hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank 's-Gravenhage, waarin zij verzochten om doorhaling van een onjuiste akte en aanvulling van de registers burgerlijke stand met een geboorteakte en overlijdensakte van hun zoon [B]. De verzoekers stelden dat de opgemaakte akte ten onrechte de indruk wekt dat [B] niet heeft geleefd, en zij wilden deze omissie rechtzetten. De ambtenaar van de burgerlijke stand voerde verweer en stelde dat de akte correct was opgemaakt op basis van de destijds geldende wetgeving, en dat er geen sprake was van een omissie. De rechtbank overwoog dat, hoewel de huidige wetgeving geen grondslag biedt voor doorhaling van de akte, het verzoek tot doorhaling toch voor toewijzing vatbaar was. De rechtbank oordeelde dat de akte op basis van oude wetgeving was opgemaakt, die wel de mogelijkheid bood tot doorhaling, en dat het opmaken van een akte van geboorte en overlijdensakte in plaats van een bijzondere akte in lijn was met de bedoeling van de wetgever. De rechtbank gelastte de aanvulling van het register van overlijden met een overlijdensakte en de aanvulling van het register van geboorten met een geboorteakte, waarin de relevante gegevens van [B] moesten worden opgenomen. De proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Familie- en Jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Doorhaling akte en aanvulling registers burgerlijke stand ex art.1:24 BW
rekestnummer: FA RK 07-1776
zaaknummer: 284349
datum beschikking: 23 juli 2007
BESCHIKKING op het op 23 maart 2007 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoekster] en [verzoeker],
hierna te noemen verzoekers, dan wel verzoekster en verzoeker,
wonende te [woonplaats],
procureur: mr. G.C. Blom.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage,
hierna te noemen: de ambtenaar.
FEITEN
Op 16 april 1976 is uit het huwelijk van verzoekers te 's-Gravenhage geboren de tweeling:
- [kind 1] (roepnaam: [A]);
- [kind 2] (roepnaam: [B]);
[B] is op 17 april 1976 overleden.
Op 21 april 1976 is een door de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage een akte onder nr. [nummer] opgemaakt, vermelde dat op 16 april 1976 te 's-Gravenhage uit verzoekster is geboren een kind van het mannelijk geslacht, op het ogenblik der aangifte niet in leven.
PROCEDURE
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief met bijlagen d.d. 11 april 2007 van de zijde van verzoekers;
- de brief d.d. 14 mei 2007 van de zijde van de ambtenaar;
- de brief d.d. 15 juni 2007 van de zijde van verzoekers.
VERZOEK, GRONDSLAG EN VERWEER
Het verzoek strekt tot:
- aanvulling van het register van geboorten uit 1976 van de gemeente 's-Gravenhage met een akte van geboorte houdende de vermelding dat aangifte is gedaan van de geboorte van [kind 2], geboren op 16 april 1976 om [tijd] uur in de gemeente 's-Gravenhage aan de [adres], althans houdende het feit dat [kind 2] is geboren op 16 april 1976 om [tijd] uur in de gemeente 's-Gravenhage, [adres];
- doorhaling van de akte nr. [nummer] en aanvulling van het register van overlijden van de gemeente 's-Gravenhage met een akte, houdende de mededeling dat [kind 2], geboren op [datum] 1976 om [tijd] uur in de gemeente 's-Gravenhage, [adres], is overleden op 17 april 1976 te 's-Gravenhage,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad, kosten rechtens.
Verzoekers leggen aan hun verzoek ten grondslag dat de opgemaakte akte nr. [nummer] onjuist is en dat ten onrechte aan de registers ontbreken een geboorteakte en een overlijdensakte van hun zoon [B]. Op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vragen zij dan ook doorhaling van de opgemaakte akte en aanvulling van de registers met een geboorteakte en een overlijdensakte. Ter toelichting voeren zij aan dat zij het onacceptabel achten dat de opgemaakte akte ten onrechte de indruk wekt dat [B] niet heeft geleefd. Zij willen deze omissie rechtzetten en dat officieel wordt vastgelegd dat [B] heeft geleefd, hoe kort ook. Een dergelijke vastlegging draagt voor het gezin van verzoekers bij aan het positief voortzetten van het verwerkingsproces.
De ambtenaar heeft verweer gevoerd. Hij heeft verklaard dat de akte nr. [nummer] zijn basis vindt in het destijds van kracht zijnde artikel 1:20 van het Burgerlijk Wetboek (oud). Dit artikel luidde, voor zover van belang:
1. Wanneer een kind levenloos ter wereld is gekomen of een pasgeboren kind overleden is voordat aangifte van de geboorte is geschied, wordt noch een akte van geboorte, noch een akte van overlijden opgemaakt.
2. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt in het register van overlijden een akte op, die vermeldt dat het kind op het ogenblik der aangifte niet in leven is. [...]
3. Artikel 17 van dit boek is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de akte geen voornamen vermeldt.
4. Wanneer het kind levend is geboren, kan de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kind is geboren met overeenkomstige toepassing van artikel 29 van dit boek, aanvulling van de registers met een geboorte- en een overlijdensakte en doorhaling van de ingevolge het tweede lid opgemaakte akte gelasten.
Het komt de ambtenaar voor dat op basis van de destijds geldende wettelijke bepaling en correcte akte van de burgerlijke stand is opgemaakt en dat deze akte niet onvolledig is of een misslag bevat, zoals door verzoekers gesteld. Volgens de ambtenaar is er derhalve geen sprake van een omissie.
Hoewel het huidige boek 1 BW de doorhaling van de bijzondere akte en de aanvulling van de registers met een geboorteakte en een overlijdensakte als zodanig en in onderling verband dus niet meer kent en op dit onderdeel geen overgangsrecht bestaat, komt het de ambtenaar voor dat met toepassing van artikel 1:24 lid 1 BW thans eenzelfde resultaat kan worden bereikt. Hij wijst er daarbij op dat dit aansluit bij de visie van de wetgever bij de wetswijziging van de regelgeving van de burgerlijke stand in 1995:
'Vanuit de praktijk - de medische praktijk daaronder begrepen - is gesignaleerd dat het veelal als stuitend wordt ervaren dat voor het kind dat bij de geboorte leefde, maar nog vóór de aangifte is overleden, een bijzondere akte wordt opgemaakt en niet, zoals in andere landen het geval is, zowel een akte van geboorte als een akte van overlijden. De bijzondere akte werd destijds geïntroduceerd om eventuele erfrechtelijke complicaties te voorkomen. Daar zodanige complicaties is de praktijk onbekend zijn, lijkt er geen reden te zijn om de bijzondere akte voor dit geval te handhaven.'
De ambtenaar concludeert dat het dossier voldoende gegevens bevat om op last van de rechtbank een geboorteakte en een overlijdensakte op te maken. In zijn brief geeft hij aan hoe de op te maken aktes er inhoudelijk uit zouden moeten zien.
Verzoekers hebben verzocht een beslissing te nemen conform hetgeen de ambtenaar aan de rechtbank in overweging heeft gegeven.
BEOORDELING
Hoewel de huidige wetgeving geen grondslag biedt voor doorhaling van de akte nr. [nummer], acht de rechtbank het verzoek tot doorhaling van deze akte voor toewijzing vatbaar. Zij overweegt hiertoe dat deze akte op basis van oude wetgeving is opgemaakt, dat deze oude wetgeving wel de mogelijkheid bood tot doorhaling van deze akte en dat het opmaken van een akte van geboorte en een overlijdensakte in plaats van een bijzondere akte strookt met de bedoeling van de wetgever, zoals deze blijkt uit de huidige wetgeving en de wetsgeschiedenis.
Gebleken is dat het verzoekschrift voldoende feitelijke gegevens bevat om een geboorteakte en een overlijdensakte van [B] op te maken.
Het verzoek is, mede gelet op het verweer van de ambtenaar, op navolgende wijze voor toewijzing vatbaar.
Gelet op de aard van deze procedure ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren als hierna vermeld.
BESLISSING
de rechtbank:
*
gelast de doorhaling van de akte nummer [nummer] van het jaar 1976, voorkomend in het register van overlijden van de gemeente 's-Gravenhage;
*
gelast de aanvulling van het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage met een geboorteakte, waarin de volgende gegevens dienen te worden opgenomen:
KIND
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam ]
Voornamen: [voornamen]
Dag van geboorte: 16-04-1976
zestien april negentienhonderd zesenzeventig
Uur en minuut van geboorte: [tijd]
Plaats van geboorte: [geboorteplaats]
Geslacht: M (mannelijk)
OUDERS
Geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam ]
Voornamen vader [voornamen]
Geslachtsnaam moeder: [geslachtsnaam]
Voornamen moeder: [voornamen]
OVERIGE GEGEVENS
GEBOORTEGEGEVENS OUDERS
Plaats van geboorte vader: [geboorteplaats]
Dag van geboorte vader: [datum] 1945
Plaats van geboorte moeder: [geboorteplaats]
Dag van geboorte moeder: [datum] 1946
*
gelast de aanvulling van het register van overlijden van de gemeente 's-Gravenhage met een overlijdensakte, waarin de volgende gegevens dienen te worden opgenomen:
OVERLEDENE
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam ]
Voornamen: [voornamen]
Plaats van geboorte: [geboorteplaats]
Dag van geboorte: 16-04-1976
Geslacht: M (mannelijk)
Dag van overlijden: 17-04-1976
zeventien april negentienhonderd zesenzeventig
Plaats van overlijden: 's-Gravenhage
OUDERS OVERLEDENE
Geslachtnaam vader: [geslachtsnaam ]
Voornamen vader: [voornamen]
Geslachtsnaam moeder: [geslachtsnaam]
Voornamen moeder: [voornamen]
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
*
Deze beschikking is gegeven door mr. I.D. Bellaart, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juli 2007.