ECLI:NL:RBSGR:2007:BB1208
Rechtbank 's-Gravenhage
- Herziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake vreemdelingenbewaring en rechtmatig verblijf
In deze zaak verzoekt de verzoeker om herziening van een eerdere uitspraak van de rechtbank, gedateerd 6 januari 2005, waarin zijn beroep tegen de vreemdelingenbewaring ongegrond werd verklaard. De verzoeker, een Turkse nationaliteit, stelt dat hij ten tijde van de eerdere uitspraak rechtmatig in Nederland verbleef, en dat recente besluiten van de Staatssecretaris van Justitie dit bevestigen. De besluiten van 8 mei 2005 en 5 maart 2007 zouden volgens de verzoeker nieuwe feiten en omstandigheden opleveren die een herziening rechtvaardigen. De rechtbank oordeelt echter dat deze besluiten dateren van na de eerdere uitspraak, waardoor ze niet als nieuw feit kunnen worden aangemerkt volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank wijst erop dat de verzoeker niet kan aantonen dat de feiten en omstandigheden die hij aanvoert, voor de eerdere uitspraak niet bekend waren en dat deze tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De rechtbank verwijst ook naar een eerdere uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd geoordeeld dat de verlening van een verblijfsvergunning met terugwerkende kracht niet gelijkgesteld kan worden aan de situatie van de verzoeker. De rechtbank concludeert dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat er geen sprake is van een nieuw feit of nieuwe omstandigheid die een andere uitspraak zou rechtvaardigen. De uitspraak wordt gedaan door mr. E. Steendijk en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. A. van den Ham.