ECLI:NL:RBSGR:2007:BB0304
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- F. Mulder
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak binnen veiligheidszone van munitiebunkers
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning gelegen binnen de veiligheidszone van munitiebunkers. Eiser, de eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de gemeente vastgestelde waarde van € 570.000, die was gebaseerd op de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser betoogde dat de ligging van de woning binnen de veiligheidszone een drukkend effect had op de waarde, en voerde aan dat de gemeente een vergunning voor herbouw na een eventuele brand zou weigeren, wat de waarde negatief zou beïnvloeden. Daarnaast stelde hij dat de vergelijkingsmethode die door de gemeente was toegepast onjuist was, en dat de waarde niet in verhouding stond tot de eerder vastgestelde waarde van € 317.000.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente aannemelijk had gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. De rechtbank wees erop dat de vergelijkingsobjecten die in het taxatieverslag waren genoemd, voldoende vergelijkbaar waren met de woning van eiser. De rechtbank vond het niet aannemelijk dat de ligging binnen de veiligheidszone de waarde van de woning drukt, en merkte op dat de woning in overeenstemming met de geldende bestemming was gebouwd. De rechtbank concludeerde dat de waarde van de woning in een juiste verhouding stond tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
De uitspraak benadrukt het belang van de waardepeildatum en de noodzaak om de waarde van onroerende zaken opnieuw te bepalen op basis van actuele feiten en omstandigheden. De rechtbank wees ook op de procedurele vereisten voor het instellen van hoger beroep, waarbij partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep kunnen aantekenen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.