ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9712
Rechtbank 's-Gravenhage
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herziening van een onherroepelijke uitspraak inzake vreemdelingenrecht en de termijn voor indienen van een verzoek
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 13 juli 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak in het vreemdelingenrecht. Het verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.D. Lit, heeft de rechtbank verzocht om de uitspraak van 26 oktober 2006 te herzien, waarbij zijn beroep tegen een besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie ongegrond was verklaard. Het verzoek tot herziening werd echter meer dan zeven maanden na de oorspronkelijke uitspraak ingediend, wat de rechtbank als onredelijk laat heeft beoordeeld. De rechtbank heeft hierbij aansluiting gezocht bij artikel 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een bezwaar of beroep dat niet aan een termijn is gebonden, niet-ontvankelijk wordt verklaard indien het onredelijk laat is ingediend.
De rechtbank overwoog dat de eiser meende dat de termijn pas op 22 januari 2007 was gaan lopen, omdat de omstandigheden van het herzieningsverzoek toen bekend waren geworden. De rechtbank was van mening dat dit nog steeds onredelijk laat was, aangezien dit ruim vijf maanden na de oorspronkelijke uitspraak was. De rechtbank heeft ook meegewogen dat het novum waarop eiser zich beriep, een verklaring van de Afghaanse Consul van 1 december 2006 was, en dat eiser geen verklaring had gegeven voor de vertraging in het indienen van het herzieningsverzoek.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat het verzoek niet-ontvankelijk was, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 juli 2007, en partijen werd medegedeeld dat zij tegen deze uitspraak hoger beroep konden instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met een termijn van één week na verzending van de uitspraak door de griffier.