ECLI:NL:RBSGR:2007:BA8923
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.I. Klaassens
- R.P. Doting
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 juni 2007 uitspraak gedaan over de onrechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van een Angolese vreemdeling. De vreemdeling was op 27 februari 2007 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank moest beoordelen of er sinds de sluiting van het onderzoek in een eerder beroep nieuwe feiten of omstandigheden waren die het voortduren van de bewaring onrechtmatig maakten. De rechtbank benadrukte dat de vreemdeling het recht heeft om de voortduren van zijn vrijheidsontneming aan de rechter voor te leggen. Volgens artikel 96 Vw 2000 dient de rechtbank binnen een week na binnenkomst van het beroepschrift te beslissen of de zaak op zitting wordt behandeld. De rechtbank stelde vast dat de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, geen stukken had ingediend binnen de gestelde termijn, wat in strijd was met de goede procesorde. Hierdoor kon de rechtbank de wettelijk voorgeschreven toets niet verrichten, wat leidde tot de conclusie dat de bewaring onrechtmatig was geworden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, hevelde de maatregel van bewaring op en kende de vreemdeling een schadevergoeding van € 70,-- toe, alsook een vergoeding van de proceskosten aan de Staat der Nederlanden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. R.P. Doting.