ECLI:NL:RBSGR:2007:BA8821
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep van vreemdeling tegen vrijheidsontnemende maatregel ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 2 juli 2007 uitspraak gedaan in een beroep van een vreemdeling tegen een vrijheidsontnemende maatregel. De vreemdeling, die in het Uitzetcentrum Schiphol verbleef, had beroep aangetekend tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie, waarbij hem de maatregel van bewaring was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen grond is voor het oordeel dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) of dat deze maatregel bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is.
De rechtbank overweegt dat er voldoende aanwijzingen waren voor een objectief redelijk vermoeden van illegaal verblijf van de vreemdeling. Dit vermoeden was gebaseerd op bevindingen van de politie, die in het kader van onderzoeken naar fraude en oplichting, illegale vreemdelingen had aangetroffen. De rechtbank concludeert dat de vreemdeling op 16 juni 2007 rechtmatig is staande gehouden door de politie, en dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig is opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open, met een termijn van één week na verzending van de uitspraak door de griffier.