ECLI:NL:RBSGR:2007:BA6226

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 06/ 30142
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.P. Smit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegd genomen besluit door het COA in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 18 april 2007 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 23 mei 2006. Eiser, een Iraakse vreemdeling, had beroep ingesteld tegen dit besluit, waarin hem gedeeltelijk voorzieningen krachtens de Wet COA werden onthouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit onbevoegd is genomen, omdat het was ondertekend door een persoon die niet bevoegd was om dit te doen. Tijdens de zitting op 7 februari 2007 bevestigde de gemachtigde van verweerder dat het bestreden besluit onbevoegd was genomen. De rechtbank oordeelde dat de brief van 9 augustus 2006, waarin werd aangegeven dat het besluit abusievelijk door de verkeerde persoon was ondertekend, niet als een geldig besluit kon worden beschouwd. Dit omdat de brief niet openbaar was gemaakt en niet was ondertekend door een bevoegd persoon volgens de geldende bestuursreglementen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 23 mei 2006 en veroordeelde het COA in de proceskosten van eiser, die op € 644,- werden vastgesteld. Partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van State binnen vier weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Nevenzittingsplaats Haarlem
zaaknummer: AWB 06/ 30142
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 18 april 2007
in de zaak van:
[eiser],
geboren op [geboortedatum] 1978, van Iraakse nationaliteit,
eiser,
gemachtigde: mr. M.W.P. Bakker, advocaat te Schagen,
tegen:
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA),
gevestigd te Rijswijk,
verweerder,
gemachtigde: mr. M. van Wensveen, werkzaam bij het COA.
1. Procesverloop
1.1 Verweerder heeft bij besluit van 23 mei 2006 het verstrekken van voorzieningen krachtens de Wet COA aan eiser gedeeltelijk onthouden. Eiser heeft tegen het besluit op 21 juni 2006 beroep ingesteld.
1.2 Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.3 De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 7 februari 2007. Eiser is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1 In beroep toetst de rechtbank het bestreden besluit aan de hand van de voorgedragen beroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.
2.2 Het besluit van 23 mei 2006 is namens het bestuur van het COA genomen door mevrouw [naam], en in opdracht ondertekend door een onbekende persoon. Bij brief van 9 augustus 2006 heeft [naam], manager Opvang cluster Flevoland van het COA aan mevrouw [naam], werkzaam bij de Directie Beleid en Juridische Zaken van het COA, bericht dat het besluit abusievelijk door de verkeerde persoon is ondertekend en dat de heer [naam], manager Opvang cluster Noord-Holland, is gemandateerd om voor dit besluit te tekenen. [naam] heeft daarbij verklaard in verband met de vakantie van de heer [naam] als waarnemend manager Opvang voor cluster Noord-Holland nu tekenbevoegd te zijn en het (onbevoegd genomen) besluit te ondersteunen.
2.3 Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder bevestigd dat het bestreden besluit onbevoegd is genomen.
2.4 De rechtbank zal het beroep tegen dit besluit gegrond verklaren en het besluit vernietigen, omdat het onbevoegd is genomen.
2.5 De brief van 9 augustus 2006 is een intern schrijven dat niet op enigerlei wijze openbaar is gemaakt, anders dan dat een afschrift van deze brief zich in het dossier bevindt. Deze brief kan dan ook niet worden gezien als een besluit dat beoogt het bevoegdheidsgebrek te helen. Er is dan ook geen besluit als bedoeld in artikel 6:18, eerste lid, Awb, waartegen het huidige beroep zich, gezien artikel 6:19, eerste lid, Awb, zou kunnen richten.
2.6 Ook overigens moet worden vastgesteld dat de brief van 9 augustus 2006 niet is ondertekend door een op grond van artikel 20 Bestuursreglement COA aangewezen bevoegd persoon, te weten een manager Opvang van het cluster waarin de vreemdeling verblijft. De brief is ondertekend door een waarnemend manager Opvang, zodat ook wat deze brief betreft niet is aangetoond dat deze is ondertekend door een bevoegd persoon.
2.7 Gezien het voorgaande bestaat er geen reden om aan het geconstateerde gebrek voorbij te gaan.
2.8 De rechtbank zal met toepassing van artikel 8:75, eerste en derde lid, Awb verweerder veroordelen in de kosten die eiser heeft gemaakt en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers aanwijzen als rechtspersoon die de kosten moet vergoeden. De kosten zijn op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht € 644,- (1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, wegingsfactor 1).
3 Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 23 mei 2006;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt het Centraal Orgaan opvang asielzoekers op € 644,- te betalen aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.P. Smit, rechter, en op 18 april 2007 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. J. van der Kluit, griffier.
afschrift verzonden op:
Coll:
Rechtsmiddel
Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, postbus 16113, 2500 BC, ’s-Gravenhage. Het hoger beroep moet ingesteld worden door het indienen van een beroepschrift, dat een of meer grieven bevat, binnen vier weken na verzending van de uitspraak door de griffier. Bij het beroepschrift moet worden gevoegd een afschrift van deze uitspraak.