ECLI:NL:RBSGR:2007:BA6123
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.P. Smit
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvraag na terugkeer naar land van herkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie. Verzoeker, van Armeense nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, nadat hij naar eigen zeggen naar Armenië was teruggekeerd. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat verzoeker geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden had aangevoerd die een herbeoordeling van zijn asielverzoek rechtvaardigden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat indien een vreemdeling na een eerdere asielprocedure stelt teruggekeerd te zijn naar zijn land van herkomst, en vervolgens een nieuwe aanvraag indient, dit niet automatisch betekent dat er sprake is van een herhaalde aanvraag. Dit is alleen het geval als de vreemdeling kan aantonen dat hij daadwerkelijk is teruggekeerd en nieuwe feiten heeft die een zelfstandig karakter hebben ten opzichte van de eerdere afwijzing. In dit geval kon verzoeker echter niet documenteren dat hij daadwerkelijk naar Armenië was teruggekeerd, waardoor de voorzieningenrechter oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij aan de voorwaarden voldeed.
De rechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen aantonen van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden bij het indienen van een herhaalde asielaanvraag. De voorzieningenrechter heeft tevens overwogen dat er geen grond was om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten, en dat er geen hoger beroep openstond voor de voorlopige voorziening.