ECLI:NL:RBSGR:2007:BA5562
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Dam
- M.J. van den Bergh
- Y.J. Wijnnobel-van Erp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 april 2007 uitspraak gedaan over het verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De minderjarige verblijft feitelijk in een pleegzorgvoorziening. Bureau Jeugdzorg heeft aangegeven dat terugplaatsing bij de ouders op dat moment niet wenselijk is, gezien de hechtingsproblemen en de behoefte aan structuur en begeleiding. De moeder heeft ter zitting aanvullende producties overgelegd en verweer gevoerd tegen het verzoek. De vader heeft ook zijn bezwaren geuit en betwist dat de situatie van de minderjarige zo zorgelijk is als Bureau Jeugdzorg stelt.
De rechtbank heeft de rapportages en de ervaringen van Bureau Jeugdzorg in overweging genomen, maar concludeert dat de zorgen over de emotionele ontwikkeling van de minderjarige niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst op de goede schoolprestaties van de minderjarige en het gebrek aan bewijs voor de gestelde hechtingsproblematiek. De rechtbank is van mening dat de moeder, ondanks haar verleden, voldoende bewust is van de situatie en zich inspant om haar leven te verbeteren. De samenwerking tussen de ouders wordt als positief ervaren, wat bijdraagt aan de opvoeding van de minderjarige.
Gelet op deze overwegingen komt de rechtbank tot de conclusie dat niet meer voldaan is aan de gronden voor uithuisplaatsing zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek van Bureau Jeugdzorg wordt afgewezen, en de rechtbank besluit dat de minderjarige terug kan keren naar de zorg van de moeder, mits er intensieve begeleiding van de gezinsvoogd plaatsvindt. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer en kan binnen drie maanden in hoger beroep worden aangevochten.