ECLI:NL:RBSGR:2007:BA4780
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor de Hogere Onderofficiersvorming van de Koninklijke Marechaussee
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een wachtmeester der eerste klasse bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Commandant Koninklijke Marechaussee. De eiser had verzocht om ingedeeld te worden bij het bestand der wachtmeesters en om toelating tot de Hogere Onderofficiersvorming (HOOV) KMar. Dit verzoek werd afgewezen door het Hoofd selectie advies commissie HOOV wmr-spec, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit, dat aan de eiser was medegedeeld op 18 november 2005, onbevoegd was genomen. Echter, dit bevoegdheidsgebrek werd hersteld in het bestreden besluit, dat door verweerder was genomen. De rechtbank oordeelde dat de selectiemethode die was toegepast, redelijk was en binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling viel. De eiser had gescoord onder de vereiste norm bij de capaciteitentest, wat betekende dat hij niet in aanmerking kwam voor de HOOV KMar.
Eiser voerde aan dat de selectiemethode niet zorgvuldig was en dat er tegenstrijdigheden waren in de resultaten van de capaciteitentest en de Potentieel Inschattingsrapportage (PIR). De rechtbank oordeelde echter dat de selectiemethode objectief was en dat de PIR niet de doorslaggevende factor kon zijn, gezien de onvoldoende score van de eiser bij de capaciteitentest. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om de eiser af te wijzen voor de HOOV KMar, en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de beoordelingsruimte die bestuursorganen hebben bij het nemen van besluiten en de terughoudendheid van de rechter bij het toetsen van dergelijke besluiten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep vermeld.