ECLI:NL:RBSGR:2007:BA4438
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A. Heeregrave
- H. Heins
- F. Spiering-van der Maden
- Rechtspraak.nl
Beslissing in de strafzaak tegen een van de verdachten in de zogenoemde 'metselmoorden'
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 april 2007 een beslissing genomen in de strafzaak tegen een verdachte in de zogenoemde 'metselmoorden'. De rechtbank behandelde verschillende verzoeken van de verdediging, waaronder het verzoek om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. De verdediging stelde dat het openbaar ministerie de rechtbank en de verdediging op het verkeerde been had gezet door relevante sporen in het pand te wissen of niet veilig te stellen. Daarnaast werd verzocht om het feit dat betrekking heeft op een valse visum af te splitsen van de overige feiten en dit te verwijzen naar de politierechter. De rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen. Ze oordeelde dat de stelling van de verdediging over het opzettelijk wissen van sporen niet voldoende feitelijke onderbouwing had. Ook het verzoek tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie was eerder al afgewezen, en de rechtbank handhaafde dit standpunt. Wat betreft de afsplitsing van het feit, oordeelde de rechtbank dat het belang van het onderzoek niet werd gediend door de door de raadsman aangevoerde argumenten. De rechtbank verzocht de deskundige Eikelenboom om in zijn rapportage rekening te houden met specifieke getuigenverklaringen en onderzoeksresultaten. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer, onder leiding van voorzitter mr. C.A. Heeregrave, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier mr. E.H. Ruitenbeek.