ECLI:NL:RBSGR:2007:BA4437

• Datum uitspraak: 25 april 2007
• Publicatiedatum: 5 april 2013
• Zaaknummer: 09/754167-04 Beslissing
• Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: C.A. Heeregrave; H. Heins; F. Spiering-van der Maden
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beslissing in de strafzaak tegen een van de verdachten in de 'metselmoorden-zaak' met betrekking tot DNA-onderzoek en sporenanalyse

In de strafzaak tegen een van de verdachten in de zogenoemde 'metselmoorden-zaak' heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 25 april 2007 een beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de verdediging en de officier van justitie. Tijdens de terechtzitting op 16 april 2007 werd verzocht om het procesverloop vast te stellen, specifiek met betrekking tot het nadere onderzoek naar sporen die door deskundige Eikelenboom waren aangetroffen en door de rechter-commissaris veiliggesteld in het pand waar de slachtoffers zouden zijn omgebracht. De rechtbank heeft de deskundige verzocht om in zijn rapportage de lezing van de medeverdachte, de resultaten van het DNA-onderzoek door het LUMC, en de getuigenverklaring van een getuige die op 16 april 2007 is afgelegd, mee te nemen. Dit betreft met name de locatie van verschillende voorwerpen die relevant zijn voor de zaak, zoals een nachtkastje, een asbak, een Heineken fles, kleding aan de muur en een kalender op de deur.

De rechtbank heeft besloten om de stukken in handen te stellen van de rechter-commissaris, die belast is met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank. De deskundige Eikelenboom krijgt de opdracht om, aansluitend op zijn rapport van 28 augustus 2006, een volledige bloedspoorpatroonanalyse uit te voeren op basis van de resultaten van het DNA-onderzoek dat door het LUMC wordt verricht. Deze beslissing is genomen om de waarheidsvinding in deze complexe zaak te bevorderen en om de betrokken partijen de nodige duidelijkheid te verschaffen over de onderzoeksresultaten.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. C.A. Heeregrave, samen met mrs. H. Heins en F. Spiering-van der Maden, in aanwezigheid van griffier mr. E.H. Ruitenbeek, en is openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting op 25 april 2007.

Uitspraak

RECHTBANK `S-GRAVENHAGE

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/754167-04

B E S L I S S I N G

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats],

wonende te [adres].

Ter gelegenheid van de behandeling ter terechtzitting van 16 april 2007 is door de officier van justitie verzocht het procesverloop vast te stellen voor zover dit het nadere onderzoek naar de in het pand [adres] door de deskundige Eikelenboom aangetroffen en door de rechter-commissaris veiliggestelde sporen betreft.

De rechtbank beslist als volgt.

BESLISSING

De rechtbank stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde de deskundige Eikelenboom opdracht te geven, in aansluiting op zijn op 28 augustus 2006 uitgebrachte rapport, naar aanleiding van de resultaten van het DNA-onderzoek dat door het LUMC verricht wordt, een volledige bloedspoorpatroonanalyse uit te voeren en daarover te rapporteren.

De rechtbank verzoekt de deskundige in zijn rapportage in het bijzonder te betrekken:

a. de lezing van [medeverdachte] op het gebeuren in de [adres] op 12 augustus 2004;

b. de resultaten van het door het LUMC te verrichten DNA-onderzoek;

c. de getuigenverklaring van [getuige], zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 april 2007, met name voor zover die verklaring betrekking heeft op de locatie van de volgende voorwerpen:

1. het (bruine) nachtkastje,

2. de staande asbak,

3. de grote Heineken fles,

4. de kleding aan de muur, en

5. de kalender op de deur.

Aldus gegeven door mr. C.A. Heeregrave, voorzitter, mrs. H. Heins en F. Spiering-van der Maden, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Ruitenbeek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2007.