ECLI:NL:RBSGR:2007:BA3484
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. de Graaff
- J. Honée
- M. Lely
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel in mensenhandelzaak
Op 20 april 2007 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een beslissing genomen in een strafzaak met betrekking tot de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak betreft een veroordeelde die eerder was veroordeeld voor mensenhandel. De vordering van het openbaar ministerie strekte tot het vaststellen van het bedrag van € 95.260,= dat als wederrechtelijk verkregen voordeel werd geschat, en de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag. Tijdens de zitting op 6 april 2007 heeft de officier van justitie de vordering gehandhaafd, terwijl de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, werd gehoord.
De rechtbank heeft het rapport van politie Haaglanden, dat op 8 november 2006 was opgesteld, in overweging genomen. Dit rapport concludeerde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 95.260,= bedroeg. Echter, de rechtbank oordeelde dat de rekenmethodes die in het voordeelsrapport waren gehanteerd, onvoldoende betrouwbaar waren. De rechtbank wees op de gebrekkige onderbouwing van de aannames en de discrepantie tussen de bewezen verklaarde periodes en de telastegelegde periodes. Hierdoor was het niet mogelijk om op basis van het rapport tot een verantwoorde ontneming van het voordeel te komen.
Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank besloten dat er een geheel nieuwe berekening gemaakt diende te worden. De vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd dan ook afgewezen. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters A. de Graaff, J. Honée en M. Lely, in tegenwoordigheid van griffier Ligthart. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting op 20 april 2007.