ECLI:NL:RBSGR:2007:BA3475
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. de Graaff
- M. Honée
- J. Lely
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel in mensenhandelzaak
Op 20 april 2007 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een beslissing genomen in een strafzaak met parketnummer 09/754096-06, waarbij de rechtbank zich boog over een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van € 135.580,= in het kader van mensenhandel. De rechtbank oordeelde dat de rekenmethodes die in het voordeelsrapport waren gehanteerd, onvoldoende betrouwbaar waren om tot een verantwoorde ontneming van het voordeel te komen. Dit oordeel was gebaseerd op de bevindingen van een strafrechtelijk financieel onderzoek, dat had geleid tot het rapport van politie Haaglanden van 6 november 2006. De rechtbank constateerde dat de aannames en de wijze van middeling in het rapport niet voldoende onderbouwd waren en dat de periodes die door de rechtbank bewezen waren verklaard, aanzienlijk afweken van de periodes die in de tenlastelegging waren opgenomen.
Tijdens de zitting op 6 april 2007 heeft de officier van justitie de vordering gepresenteerd, waarbij de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, aanwezig was. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie uiteindelijk afgewezen, met de noodzaak om een geheel nieuwe berekening te maken van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar, waarbij mr. Lely niet in staat was om de beslissing te ondertekenen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en betrouwbaarheid in de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaken.