ECLI:NL:RBSGR:2007:BA3366
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning langdurigheidstoeslag op basis van vermogen en bijstandscriteria
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres en de gemeente Bodegraven over het recht op een langdurigheidstoeslag ingevolge de Wet Werk en Bijstand (WWB). Eiseres had op 16 december 2004 een aanvraag ingediend voor deze toeslag, maar de gemeente wees deze aanvraag af op 30 maart 2005, omdat het vermogen van eiseres boven de in aanmerking te nemen vermogensgrens zou liggen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar de gemeente trok het oorspronkelijke besluit in en wees de aanvraag opnieuw af op 20 juni 2005. Uiteindelijk werd het bezwaar op 29 november 2005 opnieuw afgewezen, wat leidde tot beroep bij de rechtbank op 19 januari 2006.
De rechtbank heeft op 11 april 2007 de zaak behandeld. Eiseres, bijgestaan door haar advocaat, voerde aan dat de gemeente ten onrechte haar auto had meegerekend als vermogen, omdat deze door haar vader was aangeschaft in ruil voor mantelzorg. Daarnaast stelde eiseres dat een oude schuld bij een advocatenkantoor niet was meegenomen in de vermogensvaststelling. De rechtbank oordeelde dat het in aanmerking te nemen vermogen van eiseres ten tijde van belang lager was dan de vermogensgrens van € 5.065,00, en dat de gemeente de aanvraag ten onrechte had afgewezen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar besloot de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten. Dit was gebaseerd op het feit dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd van haar inkomen in de jaren voorafgaand aan de aanvraag, waardoor de gemeente niet kon vaststellen of zij recht had op de langdurigheidstoeslag. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag om de langdurigheidstoeslag terecht was afgewezen, ondanks de formele vernietiging van het besluit. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat eiseres geen kosten had hoeven maken in verband met de behandeling van het beroep.