ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ9425

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 06/4933 V
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen de uitspraak van de rechtbank inzake proceskostenvergoeding na intrekking van beroep tegen besluit Staatssecretaris van Defensie

In deze zaak heeft de opposant verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage, waarin zijn verzoek om de Staatssecretaris van Defensie te veroordelen in de proceskosten werd afgewezen. De opposant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van 14 april 2006, omdat hij het niet eens was met de hoogte van de toegekende tegemoetkoming in de ziektekosten. Tijdens de beroepsprocedure heeft de opposant een aangepast polisblad overgelegd, wat de Staatssecretaris ertoe heeft aangezet de tegemoetkoming in de ziektekosten aan te passen. Na deze aanpassing heeft de opposant zijn beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een proceskostenveroordeling alleen kan plaatsvinden als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. Echter, wanneer dit tegemoetkomen is gebaseerd op nieuwe feiten die na het bestreden besluit zijn gepresenteerd, is dit artikel niet van toepassing. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht niet is veroordeeld in de proceskosten, omdat de aanpassing van de tegemoetkoming is gedaan op basis van het nieuwe polisblad dat na het bestreden besluit is ingediend.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet van de opposant ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kouwenhoven en openbaar uitgesproken op 8 februari 2007, in aanwezigheid van de griffier mr. A.P.J. Heesen.

Uitspraak

Rechtbank 's-Gravenhage
sector bestuursrecht
derde afdeling, enkelvoudige kamer
Reg.nr: AWB 06/4933 V
UITSPRAAK
als bedoeld in artikel 8:55
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
UITSPRAAK OP HET VERZET VAN
[opposant], wonende te [woonplaats], opposant.
I OVERWEGINGEN
1. Bij uitspraak van 11 januari 2007 heeft deze rechtbank het verzoek van opposant om de Staatssecretaris van Defensie te veroordelen in de proceskosten afgewezen.
2. Bij brief van 22 januari 2007 heeft opposant verzet gedaan tegen deze uitspraak.
3. In verzet heeft opposant aangevoerd dat hij niet begrijpt wat er zijnerzijds ongegrond was. Opposant begrijpt niet wat hij fout heeft gedaan.
4. Opposant heeft de rechtbank niet verzocht omtrent het verzet te worden gehoord en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien opposant daartoe in de gelegenheid te stellen.
5. De rechtbank overweegt het volgende.
5.1 Opposant heeft bij brief van 14 juni 2006 beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Defensie van 14 april 2006, omdat hij het niet eens was met de hoogte van de toegekende tegemoetkoming in de ziektekosten. Deze tegemoetkoming was gebaseerd op de gegevens die vermeld waren op een door opposant overgelegd polisblad van zijn ziektekostenverzekering. In beroep heeft opposant alsnog een aangepast polisblad overgelegd. Dit gegeven is voor de Staatssecretaris aanleiding geweest de reeds toegekende tegemoetkoming in de ziektekosten aan te passen. Daarop heeft opposant het beroep ingetrokken met het verzoek verweerder te veroordelen in de proceskosten.
5.2 Artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten kan worden veroordeeld. Wordt evenwel tegemoetgekomen op grond van nieuwe feiten en omstandigheden, die dateren van na het bestreden besluit, dan is dit artikel naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing. Nu de Staatssecretaris is tegemoetgekomen op basis van het aangepaste polisblad dat na het bestreden besluit bekend is geworden, is terecht geoordeeld dat er geen aanleiding is om het verzoek om een proceskostenveroordeling toe te wijzen.
6. Het verzet is derhalve ongegrond.
II BESLISSING
De rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
Verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. E. Kouwenhoven en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2007, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.P.J. Heesen.