ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ8861
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van landschapssubsidie en de definitie van landbouwgrond
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 januari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X.] B.V. en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de intrekking van een landschapssubsidie. Eiseres, vertegenwoordigd door ir. S. Boonstra van LTO Noord, had beroep ingesteld tegen een besluit van de verweerder van 8 november 2005, waarbij de subsidie was ingetrokken. De rechtbank heeft de zaak op 23 januari 2007 behandeld.
De rechtbank overweegt dat de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer expliciet omschrijft wat onder landbouwgrond wordt verstaan. Eiseres had subsidie aangevraagd voor percelen die niet volledig in gebruik waren voor landbouw, aangezien er een wandelpark was aangelegd en op enkele delen biotoop specifieke plantensoorten werden vermeerderd. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van enige vorm van landbouw op de percelen, waardoor eiseres geen aanspraak kan maken op de subsidie.
De rechtbank wijst erop dat de Regeling vereist dat het gehele perceel landbouwkundig in gebruik moet zijn. De enkele toekenning van de bestemming 'agrarisch gebied met landschapswaarde' in het bestemmingsplan is niet voldoende om aan de definitie van landbouwgrond te voldoen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier A.J. Faase-van Rossum.