ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ7370
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 januari 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Spaanse nationaliteit, was bij besluit van 30 augustus 2006 ongewenst verklaard op grond van artikel 67, eerste lid, aanhef en onder c van de Vreemdelingenwet 2000. Tegen dit besluit heeft zij op 11 september 2006 bezwaar gemaakt en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening om de werking van het besluit te schorsen totdat er op het bezwaar was beslist. De voorzieningenrechter overweegt dat uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat een ongewenst verklaarde vreemdeling, in afwijking van artikel 8 van de Vreemdelingenwet, geen rechtmatig verblijf kan hebben. Dit betekent dat zelfs als de werking van het besluit tot ongewenstverklaring wordt opgeschort, dit niet leidt tot een verblijfsrecht voor verzoekster. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster geen belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening, en wijst het verzoek af. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier A.J. Vervoordeldonk en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.