ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ7211
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.P. Kleijn
- J.J. Kip
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot overdracht van beroep aan vreemdelingenkamer Amsterdam en voortduren van vreemdelingenbewaring op detentieboot
In deze zaak verzoekt de vreemdeling, die verblijft op de Detentieboot Reno, de rechtbank om de behandeling van zijn beroep over te dragen aan de vreemdelingenkamer van de zittingsplaats Amsterdam. Hij stelt dat deze overdracht zal leiden tot opheffing van zijn bewaring, aangezien hij al langer dan zes maanden in vreemdelingenbewaring verblijft. De rechtbank te 's-Gravenhage wijst dit verzoek echter af. Volgens de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) is de behandeling van beroepen tegen besluiten op grond van deze wet opgedragen aan de rechtbank te 's-Gravenhage. De rechtbank legt uit dat de organisatie van de behandeling van beroepen is ingericht op basis van objectieve criteria, die niet door de vreemdeling kunnen worden beïnvloed. Dit betekent dat de vreemdeling niet zelf kan kiezen waar zijn zaak wordt behandeld.
De rechtbank overweegt verder dat de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring niet in twijfel kan worden getrokken, ook niet vanwege de duur van de bewaring op de Detentieboot Reno. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS), waarin is vastgesteld dat de beoordeling van de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring beperkt is tot de aanwijzing van de plaats of ruimte waar de bewaring wordt uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat de vreemdeling geen gronden heeft aangevoerd die de voortzetting van de maatregel van bewaring onrechtmatig zouden maken.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.