ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ7025
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.A.M. Heeregrave
- H. Heins
- F. Spiering-van der Maden
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in de zaak van de metselmoorden in Den Haag
In deze zaak, die betrekking heeft op de zogenoemde metselmoorden in Den Haag, heeft de rechtbank op 25 januari 2007 een tussenvonnis uitgesproken. De vier verdachten worden ervan verdacht op 12 augustus 2004 in een pand in Den Haag de slachtoffers te hebben doodgestoken en hun lichamen in een winkel te hebben ingemetseld. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat het eerdere onderzoek niet volledig was. De zaak is geschorst tot 14 maart 2007.
Tijdens de zittingen in november en december 2006 en januari 2007 zijn verschillende getuigen en deskundigen gehoord. De verdediging heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, omdat de verdachte niet voldoende tijd heeft gehad om zich voor te bereiden. De rechtbank heeft dit verweer verworpen, omdat de verdachte voldoende gelegenheid had gehad om met zijn raadsman te overleggen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende duidelijkheid is over de precieze toedracht van de gebeurtenissen in het pand op de fatale dag. Deskundigen hebben verklaard dat er mogelijk sporen van bloed buiten de kamer van de Chinees zijn aangetroffen, wat de hypothese dat de steekpartij uitsluitend in die kamer heeft plaatsgevonden, verzwakt. De rechtbank heeft daarom besloten om nader onderzoek te laten verrichten naar de aanwezigheid van sporen in het pand en heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris.
De rechtbank heeft de zitting geschorst en zal het onderzoek hervatten op 14 maart 2007, waarbij de verdachte, zijn raadsman, een tolk, getuige [getuige 3] en benadeelde partijen zullen worden opgeroepen.