ECLI:NL:RBSGR:2006:BA0981
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen in belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X.], en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de belastingaanslag voor het jaar 2002, waarin een deel van de uitgaven voor levensonderhoud van zijn zoon niet als persoonsgebonden aftrekpost was geaccepteerd. Eiser, die gehuwd was en vijf kinderen had, stelde dat hij zich door de ernstige ziekte van hem en zijn echtgenote gedrongen voelde om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van zijn oudste zoon, die door deze omstandigheden studievertraging had opgelopen. De zoon had in 2002 een inkomen uit dienstbetrekking van € 19.252 en had studiekosten in aftrek gebracht, maar eiser had ook een aftrekpost van € 2.520 voor de uitgaven voor levensonderhoud van zijn zoon opgevoerd. De inspecteur had deze aftrekpost afgewezen, wat leidde tot het beroep van eiser.
De rechtbank oordeelde dat de bijzondere omstandigheden van het geval, waaronder de zorg van de zoon voor zijn ouders en zijn studievertraging, relevant waren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verlaagde de belastingaanslag. De rechtbank oordeelde dat de uitgaven voor levensonderhoud van de zoon tot een forfaitair bedrag van € 315 per kwartaal in aanmerking konden worden genomen. De rechtbank benadrukte dat de zoon, ondanks zijn inkomen, niet in staat was om volledig in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, gezien de omstandigheden waarin hij zich bevond. De rechtbank gelastte ook dat de Staat der Nederlanden het door eiser betaalde griffierecht vergoedde.
De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 met betrekking tot persoonsgebonden aftrekposten en de omstandigheden waaronder uitgaven voor levensonderhoud van kinderen in aanmerking kunnen worden genomen. De rechtbank wees ook op de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden in belastingzaken.