ECLI:NL:RBSGR:2006:BA0539
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om omgangsregeling voor minderjarige die bij grootmoeder woont
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 februari 2006 uitspraak gedaan in een verzoek om een omgangsregeling voor een minderjarige die al geruime tijd bij haar grootmoeder woont. De moeder van de minderjarige had verzocht om vervangende toestemming om de gewone verblijfplaats van de minderjarige te wijzigen naar haar eigen woning. De rechtbank heeft in haar beoordeling de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat een terugplaatsing bij de moeder op dit moment niet in het belang van de minderjarige is. De minderjarige heeft de eerste vier levensjaren voornamelijk bij de grootmoeder gewoond, wat cruciaal is voor de hechting. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling toegewezen en de gezinsvoogd opgedragen om te onderzoeken of een terugplaatsing in de toekomst mogelijk is.
Daarnaast heeft de rechtbank een omgangsregeling vastgesteld. De moeder mag de minderjarige éénmaal in de drie weken op vrijdagmiddag uit school ophalen en brengt haar op maandagochtend weer naar school. De vader krijgt ook een omgangsregeling, waarbij hij de minderjarige elke woensdagmiddag en éénmaal in de drie weken in het weekend mag zien. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om de gewone verblijfplaats van de minderjarige te wijzigen afgewezen, maar heeft wel de omgangsregeling tussen de ouders en de minderjarige vastgesteld, in lijn met het advies van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft de bezwaren van de grootmoeder tegen de omgangsregeling van de moeder naast zich neergelegd, omdat het belang van de minderjarige voorop staat en een stabiele omgangsregeling noodzakelijk is voor haar ontwikkeling.