ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ5936
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting en bewaring van vreemdeling met asielaanvraag
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 december 2006 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling die in Nederland asiel heeft aangevraagd. De eiser, die meermalen procedures heeft gevoerd om zijn uitzetting te voorkomen, werd op 29 november 2006 in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, ondanks zijn herhaalde verzoeken om asiel en andere verblijfsvergunningen, niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij onder het uitzetmoratorium zou vallen. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat er een asielaanvraag is ingediend onder de oude Vreemdelingenwet niet voldoende grond biedt om te concluderen dat er geen zicht op uitzetting meer bestaat. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt één week na verzending van de uitspraak door de griffier.