ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ5815
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.H.J.G. Brekelmans
- Rechtspraak.nl
Onacceptabel tijdsverloop bij afronding dossierstudie door UFT in vreemdelingenzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 december 2006, heeft eiser op 28 november 2006 een beroepschrift ingediend tegen het voortduren van zijn bewaring. De rechtbank had eerder, op 10 november 2006, het beroep tegen de bewaring ongegrond verklaard. De kern van het geschil betreft de periode tussen de verzending van de laissez-passeraanvraag naar de Unit Facilitering Terugkeer (UFT) en de afronding van de dossierstudie door de UFT, die zes weken in beslag nam. De rechtbank oordeelt dat deze periode, zonder bijzondere omstandigheden, onacceptabel is. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aangetoond die het lange tijdsverloop rechtvaardigen, waardoor de rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
De rechtbank acht het beroep gegrond en kent eiser een schadevergoeding toe van € 630,- voor de 9 dagen dat hij in een huis van bewaring heeft verbleven. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 644,-. De rechtbank beveelt de onmiddellijke opheffing van de maatregel tot vrijheidsontneming. De uitspraak is gedaan door mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, rechter, en mr. N.M. Zandbergen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 december 2006. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.