ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ5786
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- J.R. van Es - de Vries
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot niet tijdig beslissen op bezwaar
Op 23 oktober 2006 heeft verzoekster, een burger van Armenië, de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, die op 12 mei 2005 de verblijfsvergunning van verzoekster had ingetrokken. De voorzieningenrechter constateert dat de wettelijke beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien er tot op heden geen beslissing is genomen op het bezwaar van verzoekster, dat op 20 mei 2005 was ingediend. De voorzieningenrechter overweegt dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat verzoekster eerder had moeten begrijpen dat er geen besluit zou komen. Daarom wordt verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekster.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 80,50. Tevens wordt bepaald dat de Staat der Nederlanden, namens verweerder, het door verzoekster gestorte griffierecht van € 141,- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es - de Vries, in aanwezigheid van drs. H.A.J.A. van de Laar als griffier, en is openbaar uitgesproken op 5 december 2006.