ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ5394
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- P.G.J. de Heij
- Rechtspraak.nl
Verbod op executie van dwangsommen in kort geding tussen ANWB en gedaagde
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Gravenhage is behandeld, staat de vraag centraal of de ANWB B.V. dwangsommen heeft verbeurd door zich niet te houden aan een eerder opgelegd gebod van de voorzieningenrechter. Dit gebod, dat op 31 januari 2006 werd gegeven, verplichtte de ANWB om het gebruik van het merk 'Familia' te staken. De gedaagde heeft de ANWB in kort geding gedagvaard en vorderde een verbod op de executie van het vonnis van 31 januari 2006, waarin dwangsommen van € 5.000 per overtreding waren opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voorshands weinig aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden beslist dat de ANWB daadwerkelijk dwangsommen heeft verbeurd. De gedaagde wordt verboden om de executie van het vonnis voort te zetten totdat er in een bodemprocedure over de verschuldigdheid van de dwangsommen is beslist. De voorzieningenrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af. De ANWB heeft na het vonnis haar tijdschrift veranderd in 'Familietijd' en heeft maatregelen genomen om te voorkomen dat het merk 'Familia' nog gebruikt wordt. De voorzieningenrechter concludeert dat de ANWB voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich aan het gebod heeft gehouden en dat de gedaagde niet in staat is om aan te tonen dat er sprake is van overtredingen. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.