ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ5358
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- M. Meskers
- A. de Jong
- J. Dubbelman
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) en niet-ontvankelijkheid verzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 november 2006 uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 126e van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. P.J. Hoogendam. Het verzoek strekte tot onverwijlde dan wel spoedige beëindiging van het strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) met parketnummer 09/900375-04. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek is ingekomen op 1 maart 2006 en dat er op 22 augustus 2006 en 7 november 2006 zittingen hebben plaatsgevonden in raadkamer.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de voortgang van het SFO en de relevante stukken, waaronder een tussenbeschikking van 5 september 2006 en proces-verbaal van bevindingen van de rechter-commissaris. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van nodeloze vertraging in de voortgang van het SFO. Er zijn voldoende onderzoekshandelingen verricht en er zijn nog verdere stappen gepland die de voortzetting van het SFO rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het verzoek van de verdachte om een verklaring voor recht af te geven, inhoudende dat het SFO ten onrechte is ingesteld, afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het verzoek geen grond vindt in artikel 126e van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de rechter-commissaris de bevoegdheid heeft om een machtiging voor het instellen van een SFO te verlenen. De rechtbank verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in het aanvullende verzoek en wijst het verzoek tot beëindiging van het SFO af.