ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ4015
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.F.M.J. Bouwman
- H.R. Lageveen
- Rechtspraak.nl
Bewaring en uitzetting van asielzoekers in het kader van de motie-Bos
In deze zaak hebben eisers, een gezin van Kirgizische nationaliteit, beroep ingesteld tegen hun inbewaringstelling op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 23 november 2006 in bewaring zijn gesteld, omdat de openbare orde dit zou vereisen. Eisers hebben echter aangevoerd dat er geen concreet zicht op uitzetting is, verwijzend naar de motie-Bos, die betrekking heeft op asielzoekers die vóór 1 april 2001 een aanvraag hebben ingediend en Nederland niet hebben verlaten. De rechtbank heeft de argumenten van eisers overwogen en verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd vastgesteld dat de geplande uitzetting van eisers op 5 december 2006 was geannuleerd. Dit was het gevolg van de motie-Bos, die door de Tweede Kamer was aangenomen. De rechtbank concludeert dat de bewaring van eisers niet langer gerechtvaardigd was, aangezien er geen feitelijke belemmeringen waren voor hun uitzetting en de bewaring vanaf 5 december 2006 om andere redenen is voortgezet. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond, beveelt de opheffing van de bewaring en kent eisers een schadevergoeding toe van € 420,-- voor de dagen die zij onterecht in bewaring hebben doorgebracht. Daarnaast worden de proceskosten van eisers vergoed, vastgesteld op € 644,--. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.M.J. Bouwman en openbaar uitgesproken op 8 december 2006.