ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9277

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
25 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
249235 FA RK 05-4905
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht inzake rechtsgeldigheid huwelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 augustus 2006 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure. De vrouw had eerder een verzoek ingediend tot echtscheiding, maar was in haar verzoeken tot echtscheiding, verdeling en voortgezet gebruik van de echtelijke woning niet-ontvankelijk verklaard, omdat uit haar verklaring ter terechtzitting bleek dat er tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk was gesloten. Tijdens de zitting op 17 maart 2006 heeft de vrouw een aanvullend verzoek gedaan om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. Dit verzoek werd door de rechtbank in behandeling genomen, waarbij de vrouw in de gelegenheid werd gesteld om het aanvullende verzoek bij exploot aan de man te betekenen, aangezien de man niet in het geding was verschenen.

De rechtbank heeft de stukken, waaronder het aanvullend verzoekschrift en het exploot van betekening, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de aard van de verzochte verklaring voor recht zich verzet tegen de verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw als niet weersproken en op de wet gegrond toegewezen. De rechtbank heeft tevens de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

In de beslissing verklaarde de rechtbank voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk en wees het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, bijgestaan door mr. J.M.M. Bancken als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Scheiding
rekestnummer: FA RK 05-4905
zaaknummer: 249235
datum beschikking: 25 augustus 2006
BESCHIKKING op het op 30 augustus 2005 ingekomen verzoek van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
procureur: mr. J. de Koning.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de man],
wonende te [woonplaats],
procureur: mr. --.
PROCEDURE
Bij beschikking van 14 april 2006 van deze rechtbank en kamer is de vrouw in haar verzoeken tot echtscheiding, verdeling en voortgezet gebruik van de echtelijke woning niet-ontvankelijk verklaard, aangezien uit hetgeen de vrouw ter terechtzitting had verklaard was gebleken dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk is gesloten.
De vrouw heeft ter terechtzitting van 17 maart 2006 een aanvullend verzoek gedaan om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk.
De rechtbank heeft in genoemde beschikking van 14 april 2006 overwogen dat nu de man niet in het geding is verschenen, ingevolge het bepaalde in de artikelen 283 jo. 130 Rv. een verandering of vermeerdering van het verzoek is uitgesloten, tenzij de verzoeker de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan de wederpartij kenbaar heeft gemaakt.
De rechtbank heeft om proces-economische redenen de vrouw in de gelegenheid gesteld om het aanvullende verzoek bij exploot te betekenen aan de man. De behandeling van het aanvullende verzoek is daartoe aangehouden.
Het verzoek van de vrouw om een proceskostenveroordeling is eveneens aangehouden.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken waaronder thans ook:
- het aanvullend verzoekschrift tot echtscheiding houdende wijziging van het verzoek,
- het exploot van betekening van dit aanvullende verzoekschrift.
Blijkens het aanvullende verzoekschrift heeft de vrouw haar oorspronkelijke verzoek aangevuld met een verzoek om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
BEOORDELING
De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
De aard van de verzochte verklaring voor recht verzet zich tegen de verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Het verzoek zal als niet weersproken en op de wet gegrond in na te melden zin worden toegewezen.
Gelet op de aard van de zaak ziet de rechtbank tevens aanleiding de proceskosten te compenseren als hierna vermeld.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, bijgestaan door mr. J.M.M. Bancken als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 augustus 2006.