ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9277
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake rechtsgeldigheid huwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 augustus 2006 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure. De vrouw had eerder een verzoek ingediend tot echtscheiding, maar was in haar verzoeken tot echtscheiding, verdeling en voortgezet gebruik van de echtelijke woning niet-ontvankelijk verklaard, omdat uit haar verklaring ter terechtzitting bleek dat er tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk was gesloten. Tijdens de zitting op 17 maart 2006 heeft de vrouw een aanvullend verzoek gedaan om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. Dit verzoek werd door de rechtbank in behandeling genomen, waarbij de vrouw in de gelegenheid werd gesteld om het aanvullende verzoek bij exploot aan de man te betekenen, aangezien de man niet in het geding was verschenen.
De rechtbank heeft de stukken, waaronder het aanvullend verzoekschrift en het exploot van betekening, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de aard van de verzochte verklaring voor recht zich verzet tegen de verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw als niet weersproken en op de wet gegrond toegewezen. De rechtbank heeft tevens de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
In de beslissing verklaarde de rechtbank voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk en wees het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, bijgestaan door mr. J.M.M. Bancken als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.