ECLI:NL:RBSGR:2006:AY8028
Rechtbank 's-Gravenhage
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 september 2006 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de rechtmatigheid van de bewaring van eiser, die van 28 april 2006 tot 11 augustus 2006 in strafrechtelijke detentie heeft gezeten. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de inbewaringstelling, waarbij hij aanvoert dat de verweerder niet heeft voldaan aan zijn inspanningsverplichting om de uitzetting na zijn detentie te realiseren. De rechtbank overweegt dat, hoewel verweerder niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan volgens de Vreemdelingencirculaire 2000, de bewaring niet onrechtmatig is. De rechtbank stelt vast dat de belangen van de bewaring en uitzetting van eiser zwaarder wegen dan de schending van de inspanningsverplichting. Eiser heeft criminele antecedenten en voldoet niet aan de voorwaarden voor verblijf in Nederland, zoals het ontbreken van een identiteitspapier en een vaste woon- of verblijfsplaats. De rechtbank concludeert dat de belangen van de staat in dit geval prevaleren en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een belangenafweging in vreemdelingenzaken, vooral wanneer er sprake is van criminele antecedenten en een gebrek aan verblijfstitel.