ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7942
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kinderontvoering en afgifte van minderjarige kinderen na ongeoorloofde overbrenging naar Egypte
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 juni 2006, ging het om een kort geding dat was aangespannen door een vrouw tegen haar ex-echtgenoot. De vrouw, eiseres, vorderde de afgifte van haar drie minderjarige kinderen, die door de vader zonder haar toestemming naar Egypte waren gebracht. De kinderen, van 11, 9 en 4 jaar oud, hadden hun hoofdverblijf bij de moeder in Nederland sinds de echtscheiding in 2001. De vader was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de vrouw niet onrechtmatig of ongegrond was. Er werd vastgesteld dat lijfsdwang, hoewel als ultimum remedium beschouwd, gerechtvaardigd was in deze situatie. De rechter benadrukte het belang van de terugkeer van de kinderen naar Nederland, gezien hun levensomstandigheden en de internationale verdragen die kinderontvoering bestrijden. De rechter besloot de vordering tot toepassing van lijfsdwang toe te wijzen.
In de beslissing werd de vader opgedragen om de kinderen en hun paspoorten per omgaande aan de moeder af te geven. Tevens werd het vonnis uitvoerbaar verklaard bij lijfsdwang, met de mogelijkheid dat de sterke arm van justitie en politie ingeschakeld zou worden indien nodig. De rechter bepaalde dat de lijfsdwang niet verder ten uitvoer zou worden gelegd zodra de kinderen met hun paspoorten aan de moeder waren afgegeven. Tot slot werd bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten zou dragen en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.