ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7942

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 06/648
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kinderontvoering en afgifte van minderjarige kinderen na ongeoorloofde overbrenging naar Egypte

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 juni 2006, ging het om een kort geding dat was aangespannen door een vrouw tegen haar ex-echtgenoot. De vrouw, eiseres, vorderde de afgifte van haar drie minderjarige kinderen, die door de vader zonder haar toestemming naar Egypte waren gebracht. De kinderen, van 11, 9 en 4 jaar oud, hadden hun hoofdverblijf bij de moeder in Nederland sinds de echtscheiding in 2001. De vader was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de vrouw niet onrechtmatig of ongegrond was. Er werd vastgesteld dat lijfsdwang, hoewel als ultimum remedium beschouwd, gerechtvaardigd was in deze situatie. De rechter benadrukte het belang van de terugkeer van de kinderen naar Nederland, gezien hun levensomstandigheden en de internationale verdragen die kinderontvoering bestrijden. De rechter besloot de vordering tot toepassing van lijfsdwang toe te wijzen.

In de beslissing werd de vader opgedragen om de kinderen en hun paspoorten per omgaande aan de moeder af te geven. Tevens werd het vonnis uitvoerbaar verklaard bij lijfsdwang, met de mogelijkheid dat de sterke arm van justitie en politie ingeschakeld zou worden indien nodig. De rechter bepaalde dat de lijfsdwang niet verder ten uitvoer zou worden gelegd zodra de kinderen met hun paspoorten aan de moeder waren afgegeven. Tot slot werd bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten zou dragen en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 20 juni 2006,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 06/648 van:
[naam van de vrouw],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. S. Salhi,
tegen:
[naam van de man]
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
Eiseres heeft de dagvaarding doen uitbrengen overeenkomstig aangehechte kopie en heeft ter zitting van 13 juni 2006 bij de daarin opgenomen eis volhard.
Gedaagde is behoorlijk opgeroepen tegen die terechtzitting, doch is aldaar niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend.
2. De beoordeling van het geschil
Nu de vordering de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voorkomt, zal de vordering - op de wijze als hierna vermeld- worden toegewezen.
Hoewel lijfsdwang als een ultimum remedium gezien moet worden, is het gevraagde dwangmiddel gerechtvaardigd nu voldoende aannemelijk is geworden dat lijfsdwang thans de enige mogelijkheid is waarmee de afgifte van de drie minderjarigen die door gedaagde in februari 2006 zonder overleg met eiseres naar Egypte zijn gebracht en daar sedertdien verblijven, aan eiseres kan worden afgedwongen. Het is van groot belang dat de drie minderjarigen die 11, 9 en 4 jaar oud zijn weer teruggebracht worden naar eiseres omdat zij sinds de echtscheiding in 2001 steeds hun hoofdverblijf bij eiseres hebben gehad en hun hele leven in Nederland hebben gewoond. Het uitgangspunt blijkens internationale verdragen en de rechtspraak is dat eigenrichting in de vorm van kinderontvoering moet worden bestreden.
Dit leidt tot de conclusie dat de vordering tot de toepassing van lijfsdwang eveneens zal worden toegewezen.
In de omstandigheid dat partijen gewezen echtelieden zijn wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
3. De beslissing
De voorzieningenrechter:
gebiedt gedaagde de minderjarige kinderen [naam kind 1], [naam kind 2] en [naam kind 3] en hun paspoorten per omgaande af te geven aan eiseres danwel genoemde minderjarigen met hun paspoorten te doen afgeven aan eiseres door derden;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang;
verleent eiseres verlof tot tenuitvoerlegging van de lijfsdwang en gedaagde daartoe in gijzeling te doen stellen zo nodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie;
bepaalt dat de lijfsdwang niet of niet verder ten uitvoer zal worden gelegd zodra genoemde minderjarigen met hun paspoorten zijn afgegeven aan eiseres;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G. de Lange-Tegelaar en uitgesproken ter openbare zitting van 20 juni 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.