ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7250

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
243929
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.D. Veenendaal
  • C.W.M. Maase-Raedts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot doorhaling van een buitenlandse huwelijksakte in verband met ongewenste geslachtsnaamswijziging

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 22 mei 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot doorhaling van een akte van inschrijving van een buitenlandse huwelijksakte, ingediend door verzoekster. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van een ongewenste geslachtsnaamswijziging die voortkwam uit een huwelijk dat in Hongarije was gesloten. Verzoekster, die de Nederlandse nationaliteit heeft, was zich niet bewust van de gevolgen van de inschrijving van haar huwelijk, waardoor haar geslachtsnaam ongewild was gewijzigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet de intentie had om haar oorspronkelijke identiteit te veranderen en dat de wijziging van haar geslachtsnaam in strijd was met de openbare orde, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet conflictenrecht namen.

De rechtbank heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de man, die als belanghebbende was aangemerkt, geen verweer voerde tegen het verzoek. De officier van justitie steunde het standpunt van de ambtenaar van de burgerlijke stand, die het verzoek had afgewezen. De rechtbank overwoog dat de ambtenaar verzoekster niet voldoende had geïnformeerd over de gevolgen van de inschrijving van de Hongaarse huwelijksakte. De rechtbank concludeerde dat de ambtenaar de gewijzigde geslachtsnaam niet had mogen overnemen, omdat dit in strijd was met de openbare orde.

De rechtbank heeft het subsidiaire verzoek tot doorhaling van de akte toegewezen en gelast dat de akte van inschrijving van het huwelijk tussen verzoekster en de man wordt doorgehaald. De rechtbank wees het primaire verzoek af, omdat de akte van inschrijving geen misslag vertoonde. De beslissing werd genomen in het kader van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een akte te doorhalen indien deze ten onrechte in de registers voorkomt. De rechtbank heeft benadrukt dat de erkenning van de gewijzigde geslachtsnaam niet kan plaatsvinden indien dit in strijd is met de openbare orde.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Familie- en Jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Burgerlijke stand (art.1:24 BW)
rekestnummer: FA RK 05-3131
zaaknummer: 243929
datum beschikking: 22 mei 2006
CM
BESCHIKKING op het op 31 mei 2005 ingekomen en in fotokopie aan deze beschikking gehecht verzoek van:
[voornaam verzoekster] [meisjesnaam verzoekster],
hierna: verzoekster,
wonende te [woonplaats], gemeente [A.],
procureur mr. E. Grabandt,
advocaat: voorheen mr. A.M.B. Leerkotte, thans mr. M. Bootsma, te Haarlem.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
1. [voornamen van de man] [achternaam van de man],
wonende te [woonplaats], gemeente [A.],
hierna te noemen: de man,
procureur: mr.--.
2.de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage,
hierna te noemen: de ambtenaar.
PROCEDURE
Het verzoek strekt tot:
Primair: het geven van een last aan de ambtenaar tot aanpassing van het register van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage, met een akte inhoudende dat de naam van verzoekster wordt gewijzigd van '[achternaam van de man]' in '[achternaam van de man]-[meisjesnaam verzoekster]';
Subsidiair: het geven van een last aan de ambtenaar tot doorhaling van de akte waarbij het huwelijk tussen verzoekster en de man is ingeschreven, d.d. 7 december 2004;
een en ander met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Bij en na indiening van het verzoekschrift zijn - voor zover van belang - de volgende stukken overgelegd:
- een authentiek afschrift van een akte met nummer 42 van het jaar 1973, voorkomend in het register van geboorten van de gemeente [B.], relaterende de geboorte van verzoekster;
- een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente [A.] betreffende verzoekster;
- een originele Hongaarse huwelijksakte, betreffende het huwelijk tussen verzoekster en de man op [huwelijksdatum] 2004 te [plaats], Hongarije, voorzien van een apostille;
- een originele vertaling van de Hongaarse huwelijksakte;
- een authentiek afschrift van een akte van inschrijving van een buitenlandse akte met nummer [000000] van het jaar 2004, betreffende het huwelijk tussen verzoekster en de man.
Op 13 maart 2006 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
Verzoekster met mr. Bootsma en de man. De ambtenaar is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen.
BEOORDELING
Gebruiken bij verzoek met vooraf instemming belanghebbende:
Verzoekster heeft aangegeven dat zij op [huwelijksdatum] 2004 te [plaats], Hongarije, is gehuwd met de man. Zij stelt dat zij dit huwelijk onbedoeld heeft laten inschrijven. Toen zij bij brief d.d. 6 oktober 2004 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage op de hoogte werd gesteld van het gegeven dat door de inschrijving van het huwelijk haar geslachtsnaam definitief zou wijzigen in '[achternaam van de man]', heeft zij de gemeente een brief gestuurd waarin zij heeft verklaard de inschrijving niet langer te wensen. Het was immers haar wens na het huwelijk de naam '[achternaam van de man]-[meisjesnaam verzoekster]' te dragen. De gemeente heeft haar echter medegedeeld haar brief nooit te hebben ontvangen, zodat zij het huwelijk wel hebben ingeschreven. De gemeente is niet bereid het huwelijk weer uit te schrijven, aldus verzoekster.
Verzoekster is van mening dat de ambtenaar, alhoewel hij gelet op het bepaalde in artikel 5a lid 1 van de Wet conflictenrecht namen gehouden was de wijziging van haar geslachtsnaam als gevolg van haar huwelijk in Hongarije door te voeren, de erkenning daarvan had moeten weigeren. De omstandigheid dat de erkenning van de huwelijksakte met zich brengt dat haar naam wordt gewijzigd en dat daarmee haar identiteit verdwijnt, is volgens haar immers in strijd met de openbare orde. Zij stelt dat aan haar in Hongarije niet de verschillende keuzemogelijkheden zijn voorgehouden. Op de vraag hoe zij wilde gaan heten na het huwelijk heeft zij geantwoord: '[achternaam van de man]-[meisjesnaam verzoekster]'. Zij stelt dat zij er daarbij vanuit is gegaan dat zij in de officiële documenten haar eigen geslachtsnaam zou behouden.
Voorts stelt verzoekster dat het in strijd is met het bepaalde in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het verzoek af te wijzen. Het recht op bescherming van het privé-leven, zoals neergelegd in voornoemde bepaling, ziet op de sfeer waarin hij of zij vrijelijk zijn of haar identiteit kan uiten en de geslachtsnaam vormt een belangrijke component van die identiteit.
Indien aanpassing van de huwelijksakte niet tot de mogelijkheden behoort, dan verzoekt verzoekster de akte van inschrijving van de huwelijksakte door te halen. Verzoekster baseert dat deel van haar verzoek op het bepaalde in artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek.
De ambtenaar voert verweer tegen het verzoek. Hij stelt dat hij, indien de geslachtsnaam van een Nederlander in het buitenland is gewijzigd als gevolg van een huwelijk en deze gewijzigde naam uit de huwelijksakte blijkt, de gewijzigde geslachtsnaam dient over te nemen bij de inschrijving van de huwelijksakte. Zulks betekent dat hij in dergelijke gevallen ambtshalve zal overgaan tot het plaatsen van een latere vermelding op de geboorteakte van de desbetreffende persoon, aldus de ambtenaar. Hij stelt dat hij deze gevolgen zowel in een telefoongesprek, als in de brief d.d. 6 oktober 2004, aan verzoekster heeft medegedeeld. Volgens hem is verzoekster hiermee telefonisch akkoord gegaan. Nu verzoekster volgens het naslagwerk 'Burgerlijke stand en Buitenlanders' in Hongarije verplicht is tegenover de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de huwelijksvoltrekking te verklaren welke naam zij heeft gekozen, gaat hij ervan uit dat verzoekster bij de huwelijksvoltrekking bewust heeft gekozen voor de geslachtsnaam '[achternaam van de man]'. In hoeverre in dit concrete geval de overname van de gekozen huwelijksnaam in strijd is met de openbare orde, dient in de visie van de ambtenaar door de rechtbank te worden beoordeeld.
Voorts stelt de ambtenaar dat het primaire verzoek niet kan worden toegewezen, daar de gewenste naam '[achternaam van de man]-[meisjesnaam verzoekster]' geen grondslag vindt in de buitenlandse huwelijksakte. Ten aanzien van hetgeen subsidiair is verzocht stelt de ambtenaar dat zulks geen grondslag vindt in de wet, nu doorhaling van akten op grond van het bepaalde in artikel 1:24 slechts in de rede ligt indien de desbetreffende akte te onrechte in de registers voorkomt. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake, aldus de ambtenaar.
De man heeft een verklaring voorzien van een kopie van zijn legitimatiebewijs overgelegd, waarin hij verklaart akkoord te gaan met het verzoek, althans geen verweer te willen voeren.
De officier van justitie heeft een conclusie ingediend, waarin zij verklaart zich te kunnen verenigen met het standpunt van de ambtenaar zoals neergelegd in diens brief d.d. 30 juni 2005, hetgeen resulteert in afwijzing van het verzoek.
De rechtbank overweegt als volgt.
Blijkens overgelegd uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie heeft verzoekster de Nederlandse nationaliteit.
Ingevolge het bepaalde in artikel 2 van de Wet conflictenrecht namen worden de geslachtsnaam en de voornaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse interne recht. Dit geldt ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of het tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachtsnaam.
Het eerste lid van artikel 5a van voornoemde wet bepaalt echter dat, indien de geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd, een en ander met inachtneming van ter plaatse geldende regels van internationaal privaatrecht, en zijn neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland worden erkend. De erkenning kan niet wegens strijd met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.
Beoordeeld dient te worden of artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek moet leiden tot inwilliging van het onderhavige verzoek. Voorts is aan de orde de vraag of een geslachtsnaamwijziging ter gelegenheid van huwelijkssluiting valt onder de zinsnede 'wijziging van de persoonlijke staat' uit artikel 5a, lid 1, van de Wet conflictenrecht namen. Ten slotte speelt de vraag of het handhaven van de gewijzigde geslachtsnaam van verzoekster strijd oplevert met de openbare orde.
Artikel 1:24 lid 1 Burgerlijk Wetboek
Ingevolge het bepaalde in artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank. De rechtbank kan bij haar beschikking tot verbetering van een akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, eveneens dezelfde verbetering gelasten ten aanzien van een akte of latere vermelding betreffende dezelfde persoon of zijn afstammelingen, die buiten haar rechtsgebied in de registers van de burgerlijke stand is opgenomen.
Verzoekster heeft primair verzocht de akte van inschrijving van haar huwelijk met de man te wijzigen. Zulks kan op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek worden toegewezen, indien de akte van inschrijving een misslag bevat. De rechtbank is van oordeel dat daarvan in de onderhavige zaak geen sprake is, nu de akte van inschrijving van het huwelijk overeenkomt met de Hongaarse huwelijksakte en de ambtenaar de akte aldus op juiste wijze heeft ingeschreven.
Subsidiair heeft verzoekster verzocht de akte van inschrijving van haar huwelijk met de man door te halen. Zulks kan op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek worden toegewezen, indien de akte ten onrechte in de registers van de burgerlijke stand voorkomt. De rechtbank is van oordeel dat daarvan in de onderhavige zaak sprake kan zijn, indien de overname van de gekozen geslachtsnaam door de ambtenaar in strijd is met de openbare orde. Uit de memorie van toelichting bij artikel 5a van de Wet conflictenrecht namen (kamerstukken II 1998-1999, 25 971, nr. 3) volgt immers dat indien zich bij iemand in het buitenland een wijziging in de persoonlijke staat heeft voorgedaan met gevolgen voor zijn naam, de uit de buitenlandse akte blijkende naam kan worden overgenomen, behoudens strijd met de openbare orde. Indien de rechtbank tot het oordeel komt dat de overname door de ambtenaar van de gewijzigde geslachtsnaam van verzoekster in strijd is met de openbare orde, had de ambtenaar die gewijzigde naam niet over mogen nemen en komt de akte van inschrijving van het huwelijk tussen verzoekster en de man mitsdien ten onrechte voor in de registers van de burgerlijke stand.
Artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan derhalve als grondslag dienen voor het subsidiair door de vrouw ingediende verzoek.
Wijziging van de persoonlijke staat in de zin van artikel 5a, lid 1, van de Wet conflictenrecht namen
De rechtbank heeft in haar beschikking d.d. 16 september 2002 overwogen dat een geslachtsnaamwijziging die als gevolg van een huwelijk buiten Nederland heeft plaatsgevonden, bezwaarlijk anders kan worden begrepen dan als een wijziging van de geslachtsnaam 'als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat' in de zin van artikel 5a, lid 1, van de Wet conflictenrecht namen. Alhoewel de rechtbank in deze beschikking voorts heeft overwogen dat uit geen enkel officieel stuk blijkt dat de wetgever bij het opstellen van voornoemde bepaling mede het oog heeft gehad op naamswijzigingen als gevolg van het aangaan van een huwelijk, kan naar haar oordeel evenmin ergens uit worden afgeleid dat de wetgever deze bedoeling niet heeft gehad. Gelet hierop is de rechtbank ook thans van oordeel dat de geslachtsnaamwijziging van verzoekster ten gevolge van haar huwelijk met de man in Hongarije onder voornoemde bepaling valt.
Strijd met de openbare orde
In de Memorie van Toelichting bij artikel 5a, lid 1, van de Wet conflictenrecht namen (kamerstukken II 1998-1999, 25 971, nr. 3) wordt uiteengezet dat het bij personen, wier naam in het buitenland conform het aldaar toepasselijke vreemde internationaal privaatrecht is vastgesteld dan wel in verband met een verandering in de persoonlijke staat is gewijzigd, op grote weerstanden kan stuiten indien zij bij vestiging in Nederland in de gemeentelijke basisadministratie worden beschreven onder een andere naam dan de naam die in de buitenlandse bescheiden is vermeld. Zulks kan het geval zijn als die naam anders zou zijn bij toepassing van de Wet conflictenrecht namen. Teneinde dergelijke onwenselijke situaties te voorkomen, is artikel 5a Wet conflictenrecht namen in het leven geroepen. Op grond van deze bepaling kan de ambtenaar een uit een buitenlandse akte blijkende naam overnemen indien zich in het buitenland een wijziging in de persoonlijke staat heeft voorgedaan met gevolgen voor de naam, behoudens strijd met de openbare orde, zo vermeldt de Memorie van Toelichting. De erkenning kan evenwel niet wegens strijd met de openbare orde worden geweigerd, op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat artikel 5a van de Wet conflictenrecht namen met een andere reden tot stand is gekomen, dan de reden waarvoor de bepaling in de onderhavige zaak is gehanteerd. Immers, het werd niet wenselijk geacht indien personen, tegen hun zin, in Nederland onder een naam geregistreerd zouden worden die anders was dan de naam die zij in het buitenland hadden gekregen bij hun geboorte dan wel ten gevolge van een wijziging in de persoonlijke staat. Voorts blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit deze toelichting dat de ambtenaar niet tot het doorvoeren van de naamswijziging verplicht is, doch dat hij daartoe enkel de mogelijkheid heeft. Zulks wordt naar het oordeel van de rechtbank bevestigd door de zaak waarin zij op 16 september 2002 een beschikking heeft gegeven, nu de naamswijziging van deze man eerst na een uitdrukkelijk verzoek daartoe aan de rechtbank werd doorgevoerd en de ambtenaar daartoe niet uit eigen beweging had willen overgaan. In ieder geval is de rechtbank van oordeel dat niet uit de Memorie van Toelichting bij genoemde bepaling kan worden afgeleid dat de wetgever met deze bepaling mede voor ogen heeft gehad de omstandigheid dat de geslachtsnaam van een Nederlander, die ten gevolge van een wijziging in de persoonlijke staat in het buitenland is gewijzigd, tegen de zin van de betrokken persoon in, in Nederland zou worden erkend, noch dat betrokkene daarmee tegen haar zin in haar oorspronkelijke identiteit zou verliezen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat er in de gegeven omstandigheden sprake kan zijn van een situatie die in is strijd met de openbare orde.
Alhoewel verzoekster volgens de ambtenaar, nadat hij haar van de gevolgen van de inschrijving van de Hongaarse huwelijksakte in kennis had gesteld, had ingestemd met de door hem te verrichten handelingen, acht de rechtbank het aannemelijk dat zij zich op dat moment niet bewust was van de werkelijke gevolgen daarvan. Voorts acht de rechtbank het aannemelijk, alhoewel het op de weg van verzoekster had gelegen zulks op voorhand nader uit te zoeken, dat verzoekster zich er in Hongarije niet van bewust was wat de consequenties van haar naamkeuze, zoals zij die ten overstaan van de ambtenaar had geuit, voor haar identiteit in Nederland zouden zijn. Zij acht het waarschijnlijk dat verzoekster voor ogen heeft gehad dat de consequenties van haar naamkeuze dezelfde waren, als dat die op grond van artikel 1:9 van het Burgerlijk Wetboek waren geweest. Nu thans uit het door verzoekster gestelde blijkt dat haar naam tegen haar wens in is gewijzigd en zij nimmer de bedoeling heeft gehad een wijziging te brengen in haar oorspronkelijke identiteit, hetgeen de man ter terechtzitting uitdrukkelijk heeft bevestigd, is de rechtbank van oordeel dat in de onderhavige zaak sprake is van een situatie die in strijd is met de openbare orde zoals bedoeld in artikel 5a Wet conflictenrecht namen.
Gelet op het voorgaande zal het subsidiaire verzoek tot doorhaling van de akte waarbij het huwelijk tussen verzoekster en de man is ingeschreven worden toegewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
gelast doorhaling van de akte van inschrijving van een buitenlandse akte nummer [000000] van het jaar 2004, voorkomend in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.D. Veenendaal, bijgestaan door mr. C.W.M. Maase-Raedts en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 mei 2006.