ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7068

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
255528
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige in het kader van vaderschapskwesties

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 mei 2006 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige. Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker die zich als de biologische vader van de minderjarige beschouwde, maar niet de wettelijke vertegenwoordiger was. De rechtbank ontving het verzoek, ondanks het ontbreken van wettelijke vertegenwoordiging, omdat er sprake was van 'family life' in de zin van artikel 8 van het EVRM, gezien het niet bestreden biologische vaderschap en het frequente contact tussen verzoeker en de minderjarige.

De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator in het belang van de minderjarige was. De vader van de minderjarige, die de erkenning had gedaan, had verklaard dat hij instemde met het verzoek van de verzoeker, aangezien hij nauwelijks contact had met de minderjarige en verzoeker de biologische vader was. De rechtbank overwoog dat het in het belang van de minderjarige was om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, vooral gezien de moeilijke omstandigheden waarin de minderjarige zich bevond.

De rechtbank benoemde mevrouw mr. S. Kool tot bijzonder curator over de minderjarige, met de taak om de belangen van de minderjarige te behartigen en te bepalen of er een verzoek tot vernietiging van de erkenning en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap moest worden ingediend. Deze beschikking is gegeven in het kader van de sector Familie- en Jeugdrecht, waarbij de rechtbank de belangen van de minderjarige vooropstelde.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Familie- en Jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Benoeming bijzonder curator
rekestnummer: 05-7037
zaaknummer: 255528
datum beschikking: 8 mei 2006
BESCHIKKING op het op 28 oktober 2005 bij de rechtbank Rotterdam ingekomen verzoekschrift van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker,
procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat: mr. K. Heezen-Venema te Poortugaal.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
1. [naam vader],
wonende te [woonplaats],
[adres]
hierna te noemen: de vader,
2. [naam minderjarige]
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: de minderjarige.
PROCEDURE
Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam d.d. 21 november 2005 heeft deze zich onbevoegd verklaard van het verzoek kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank 's-Gravenhage.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een bijzonder curator zal benoemen teneinde de minderjarige in rechte te vertegenwoordigen.
Bij en na indiening van het verzoekschrift zijn - voor zover van belang - overgelegd:
- een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Rotterdam ten name van verzoeker, waaruit blijkt dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft;
- een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Alphen aan den Rijn ten name van de vader, waaruit blijkt dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft;
- een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Zoetermeer ten name van de minderjarige, waaruit blijkt dat zij de Nederlandse nationaliteit heeft;
- een verklaring van de griffier van deze rechtbank, sector kanton, locatie Alphen aan den Rijn, dat de minderjarige niet voorkomt in het gezagsregister;
- de geboorteakte van de minderjarige, met latere vermelding betreffende erkenning;
- een uittreksel van de akte van overlijden van [naam] (de moeder van de minderjarige).
Ingekomen is een verklaring tot instemming met het verzoek van de vader, door hem ondertekend op 3 februari 2006 en voorzien van een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
De minderjarige heeft zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 10 april 2006 is de zaak ter terechtzitting behandeld. Hierbij zijn verschenen: de advocaat van verzoeker alsmede de vader.
BEOORDELING
Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken.
- De minderjarige is op [geboortedatum] 1992 uit de moeder is geboren.
- De vader heeft haar op 6 mei 2003 erkend.
- Het huwelijk van de vader en de moeder van de minderjarige is op [datum] 2004 ontbonden door het overlijden van de moeder.
- De vader is sinds het overlijden van de moeder alleen met het gezag over de minderjarige belast.
- De minderjarige woont thans bij de ouders van een vriendin, heeft nagenoeg geen contact met de vader maar brengt veel tijd door met verzoeker.
Verzoeker stelt dat hij de verwekker is van de minderjarige. Voorts stelt verzoeker dat de minderjarige (nagenoeg) geen contact meer heeft met de vader. Hoewel verzoeker door zijn werkzaamheden (in het buitenland) niet in staat is om fulltime voor de minderjarige te zorgen heeft hij wel intensief contact met haar. Verzoeker, de vader en de minderjarigen wensen dan ook de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie door vernietiging van de erkenning door de vader van de minderjarige en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker over de minderjarige. Daarnaast wenst de minderjarige haar geslachtsnaam te wijzigen in die van haar overleden moeder.
De rechtbank overweegt als volgt.
Aangezien verzoeker niet de juridische vader noch anderszins wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige is, ligt de rechtbank de vraag voor of hij een verzoek tot benoeming van een bijzonder curator over de minderjarige kan indienen.
Ter terechtzitting heeft de advocaat van verzoeker het verzoek nader toegelicht, stellende dat de wet verzoeker geen rechtsingang biedt om de vernietiging van de erkenning en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap te verzoeken. Deze mogelijkheid is op grond van de artikelen 1:205 en 1:207 van het Burgerlijk Wetboek in de onderhavige zaak uitsluitend voorbehouden aan de minderjarige. De advocaat van verzoeker heeft namens hem gesteld dat verzoeker er bewust voor heeft gekozen om de minderjarige niet te belasten met het indienen van een verzoek tot vernietiging van de erkenning en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, nu zij momenteel een moeilijke periode doormaakt. Volgens de advocaat van verzoeker heeft de minderjarige in de crisisopvang gezeten en loopt er een procedure tot ondertoezichtstelling.
Voorts is ter terechtzitting gebleken dat het verzoek niet door de vader is ingediend nu verzoeker en de minderjarige nagenoeg geen contact meer hebben met hem. De vader heeft verklaard dat hij instemt met het verzoek nu hij bijna geen contact meer heeft met de minderjarige en niet hij maar verzoeker haar biologische vader is. Volgens de vader is de minderjarige na de dood van haar moeder naar verzoeker toegetrokken. Hij acht het in het belang van de minderjarige dat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke situatie.
Hoewel verzoeker niet de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige is, zal de rechtbank hem ontvangen in zijn verzoek nu er naar het oordeel van de rechtbank gezien het niet bestreden biologische vaderschap en het frequente contact tussen verzoeker en de minderjarige sprake is van 'family life' in de zin van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) tussen hen beiden. Ontzegging van deze rechtsingang aan verzoeker zou verzoeker te zeer belemmeren in zijn mogelijkheden daadwerkelijk invulling te geven aan dit gezinsleven en zijn daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid jegens de minderjarige.
De rechtbank zal het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator over de minderjarige toewijzen nu zij deze benoeming - mede gelet op de mening van de minderjarige zelf - in haar belang acht.
De bijzonder curator kan na beoordeling van de belangen van de minderjarige bepalen of namens de minderjarige een verzoek tot vernietiging van de erkenning en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zal worden ingediend.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank beslissen als na te melden.
BESLISSING:
De rechtbank:
benoemt tot bijzonder curator over de minderjarige:
[naam minderjarige] geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats]:
mevrouw mr. S. Kool,
kantoorhoudende te 2404 NE, Alphen aan den Rijn,
Prins Bernhardlaan 35.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.D. Bellaart, bijgestaan door mr. M. Huisman als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.