ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7068
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige in het kader van vaderschapskwesties
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 mei 2006 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige. Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker die zich als de biologische vader van de minderjarige beschouwde, maar niet de wettelijke vertegenwoordiger was. De rechtbank ontving het verzoek, ondanks het ontbreken van wettelijke vertegenwoordiging, omdat er sprake was van 'family life' in de zin van artikel 8 van het EVRM, gezien het niet bestreden biologische vaderschap en het frequente contact tussen verzoeker en de minderjarige.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator in het belang van de minderjarige was. De vader van de minderjarige, die de erkenning had gedaan, had verklaard dat hij instemde met het verzoek van de verzoeker, aangezien hij nauwelijks contact had met de minderjarige en verzoeker de biologische vader was. De rechtbank overwoog dat het in het belang van de minderjarige was om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, vooral gezien de moeilijke omstandigheden waarin de minderjarige zich bevond.
De rechtbank benoemde mevrouw mr. S. Kool tot bijzonder curator over de minderjarige, met de taak om de belangen van de minderjarige te behartigen en te bepalen of er een verzoek tot vernietiging van de erkenning en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap moest worden ingediend. Deze beschikking is gegeven in het kader van de sector Familie- en Jeugdrecht, waarbij de rechtbank de belangen van de minderjarige vooropstelde.