RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 28 augustus 2006,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 06/774 van:
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] Taxatieservices B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eisers,
procureur mr. E.J. van der Wilk,
advocaat mr. L.F.J. de Graaff te Breda,
1. de vereniging Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed, h.o.d.n. VBO,
gevestigd te Rijswijk,
2. de stichting Stichting VBO Taxatienetwerk,
gevestigd te Rijswijk,
gedaagden,
procureur mr. M.S.C. Leistra,
advocaat mr. J.A.M. van de Sande te Rotterdam.
Eiser sub 1 zal hierna worden aangeduid als "[eiser 1]", eiseres sub 2 als "[eiser 2]", eiseres sub 3 als "[X] Taxatieservices", gedaagde sub 1 als "VBO" en gedaagde sub 2 als "de Stichting". Daarnaast zullen eisers gezamenlijk worden aangeduid als "[eiser 1] c.s." en gedaagden gezamenlijk als "VBO c.s.", beide in het enkelvoud.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 16 augustus 2006 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. VBO is een brancheorganisatie voor makelaars en taxateurs in onroerend goed. Zij heeft als statutair doel "het behartigen van de belangen en het bevorderen van de positie van haar leden".
1.2. De bestuurders van VBO zijn [A] (voorzitter), [B] (secretaris), [C] (penningmeester), [D] en [E].
1.3. De Stichting heeft als doelomschrijving "het bevorderen van de belangen en het ondersteunen van de leden van de VBO met betrekking tot de uitvoering van taxaties van registergoederen."
1.4. De bestuurders van de Stichting zijn [B], [C] en [F]
1.5. [Eiser 1] is lid VBO en [eiser 2] is geregistreerd makelaar en lid VBO. [X] Taxatieservices is een organisatie die een landelijk netwerk van taxateurs ter beschikking heeft, waaronder tien leden VBO, en verzorgt taxaties van onroerend goed voor derden.
1.6. In het "VBO-beleidsplan 2004-2005" is onder meer het volgende opgenomen:
" De VBO heeft (...) een innovatief netwerk opgezet; het VBO Taxatienetwerk. Het netwerk moet binnenkort beschikbaar zijn voor elke SCVM-makelaar. Het VBO Taxatienetwerk heeft een tweeledig karakter. Aan de éne kant zal het VBO bestuur proberen grote hypotheeknemers voor de diensten van de aangesloten SCVM taxateurs te interesseren waarbij vaste tariefafspraken gemaakt worden, aan de andere kant zal VBO.nl consumenten en zakelijke gebruikers waarmee (nog) geen vaste afspraak gemaakt is de mogelijkheid bieden een taxatie aan te vragen. (...)
Daarnaast zal het VBO-bestuur in samenwerking met de stichting VBO Taxatienetwerk trachten om partijen te inspireren om op collectieve basis taxatiecontracten af te sluiten. Denk daarbij aan banken die vanwege de hypotheekaanvragen behoefte hebben aan grote aantallen taxateurs. Ook hypotheekintermediairs kunnen gezamenlijk een overeenkomst aangaan met de stichting."
1.7. Onder punt 3 van het verslag van de algemene ledenvergadering van VBO gehouden op 11 juni 2004 is opgenomen dat de leden unaniem hebben ingestemd met het onder punt 1.4. bedoelde beleidsplan
1.8. In de "Beleidsvisie 2006-2007" van VBO is onder meer het volgende opgenomen:
"(...) De makelaarsmarkt staat onder druk. Van verschillende kanten zijn er ontwikkelingen die een potentiële bedreiging vormen voor de makelaardij in zijn traditionele vorm. (...) De traditionele taxateur zal - zo heeft het bestuur reeds vorig jaar aangegeven - zijn dienstenpakket dusdanig moeten aanpassen dat het met de WOZ-taxatie kan concurreren. (...) In deze conjunctuur heeft VBO Makelaar voor haar leden een visie ontwikkeld die de makelaar "in business" moet houden. Vanuit de collectiviteitsgedachte denkt het bestuur - samen met de leden - hierin te kunnen slagen. Uitgangspunt daarbij is omzetversterking - en waar mogelijk - kostenbesparing. (...).
Brancheorganisatie biedt omzetondersteuning
In een land en in een tijdperk, waarin het collectief promoten van een merk en het collectief profiteren van schaal- en inkoopvoordelen eerder regel is dan uitzondering, is het VBO-bestuur van mening, dat de vereniging een actieve rol moet spelen, niet alleen in de vertegenwoordiging en de bevordering van de bedrijfstak in het algemeen, maar dat zij ook een bijdrage moet trachten te leveren aan het welvaren van de individuele kantoren in het bijzonder. Niet voor niets heeft het bestuur, toen zij enkele jaren geleden deze visie initieerde, gesteld, dat "de VBO haar leden omzetgenerende "tools" ter beschikking wil stellen"."
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
[Eiser 1] c.s. vordert -zakelijk weergegeven- ten aanzien van de Stichting haar activiteiten te staken althans een verbod om de naam VBO te gebruiken alsmede een verbod om exclusieve afspraken te maken over acceptatie van taxatierapporten, en ten aanzien van VBO een verbod om medewerking te verlenen aan de Stichting en een gebod juridische advies en ondersteuning aan te bieden aan [eiser 1] c.s., één en ander op straffe van een dwangsom. Daarnaast maakt [eiser 1] c.s. aanspraak op de proceskosten.
Daartoe voert [eiser 1] c.s. onder meer het volgende aan.
De Stichting heeft exclusieve afspraken gemaakt met een of meerdere hypotheekverstrekkers over de acceptatie van taxatierapporten, hetgeen onrechtmatig en in strijd met de Mededingingswet is. Daarnaast handelt de Stichting in strijd met haar doel, omdat zij leden van VBO selectief toelaat en zij inschrijfgeld van die leden verlangt. Hiermee benadeelt zij de belangen van de overige VBO leden.
VBO handelt in strijd met haar statutaire doelstelling, nu zij weigert om op te komen tegen inbreuken op de belangen en positie van haar leden. Voorts ondersteunt VBO actief de onrechtmatige activiteiten van de Stichting.
VBO c.s. voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Als eerste is aan de orde de vraag of het onrechtmatig is dat de Stichting (exclusieve) afspraken met verstrekkers van hypothecaire geldleningen maakt over de voorwaarden waaronder zij taxatierapporten accepteren van taxateurs die aangesloten zijn bij de Stichting.
3.2. VBO c.s. heeft aangevoerd dat de geldverstrekkers zelf de eis stellen dat alleen bepaalde taxateurs taxatierapporten mogen uitvoeren, om zo hun financieringsrisico te beperken, met name voor fraudegevoelige appartementen in de vier grote steden. De Stichting probeert samenwerkingsovereenkomsten met hen te sluiten, teneinde een voet tussen de deur te krijgen voor VBO leden. Zou de Stichting dit niet doen, dan is deze markt voor VBO leden niet toegankelijk. VBO c.s. betwist vervolgens dat de afspraken exclusief zijn.
3.3. Tegenover de gemotiveerde betwisting van VBO c.s. heeft [eiser 1] c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de Stichting exclusieve afspraken heeft gemaakt met geldverstrekkers. Uit de door VBO c.s. overgelegde samenwerkingsovereenkomst tussen [geldverstrekker] en de Stichting blijkt de gestelde exclusiviteit ook niet.
De stelling van [eiser 1] c.s. dat de (exclusieve) afspraken die de Stichting heeft gemaakt met een of meerdere "hypotheekverstrekkers" in strijd zijn met de Mededingingswet is op geen enkele wijze nader onderbouwd. De enkele stelling dat deze afspraken de (kleine) markt van onroerend goed taxaties zou beperken is in dit kader onvoldoende. Gezien het voorgaande houdt de voorzieningenrechter het er voorshands dan ook voor dat het niet onrechtmatig is dat de Stichting afspraken maakt met geldverstrekkers over de acceptatie van taxatierapporten.
3.4. Met betrekking tot de door [eiser 1] c.s. gestelde selectieve toelating van leden tot de Stichting geldt het volgende. Dat de Stichting niet vrijelijk toegankelijk is voor gecertificeerde VBO leden is niet aannemelijk geworden. De hoogte van het inschrijvingsgeld (€ 500,--) komt de voorzieningenrechter voorshands niet onredelijk voor, nu de Stichting de mogelijkheid biedt dat leden zich voorlopig inschrijven voor een bedrag van € 35,-- en zij het resterende inschrijvingsgeld betalen nadat zij een taxatieopdracht hebben geaccepteerd. Nu ook [eiser 1] c.s. ter zitting heeft erkend dat niet gecertificeerde makelaars en taxateurs geen "bestaansrecht" hebben, kan de door de Stichting gestelde eis van certificering voorshands niet als selectief worden aangemerkt. Voorts heeft VBO c.s. aangegeven dat de benodigde software gratis ter beschikking wordt gesteld aan de toegelaten leden van de Stichting. Dat [X] Taxatie Services geen lid van de Stichting kan worden is gelegen in de omstandigheid dat alleen natuurlijk personen lid van VBO kunnen worden. Nu [eiser 2] en [eiser 1] zich, kennelijk om hun moverende redenen, niet hebben ingeschreven bij de Stichting en zij daardoor taxatieopdrachten mislopen, is dit evenmin een omstandigheid die aan de Stichting kan worden toegerekend.
3.5. Alsdan is aan de orde de vraag of VBO als brancheorganisatie onrechtmatig handelt om mee te werken aan het opzetten van het taxatienetwerk binnen de Stichting. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dient deze vraag ontkennend te worden beantwoord.
3.6. VBO heeft aangevoerd dat het gezien de marktontwikkelingen noodzakelijk was om een taxatienetwerk op te zetten. Zij heeft ervoor gekozen om deze dienst onder te brengen in een aparte stichting, zodat alleen VBO leden die gebruik maken van deze dienst betalen voor de gedane investering. De reden waarom VBO en de Stichting op deze wijze de belangen van haar leden behartigt is in het onder punt 1.6 genoemde beleidsplan uiteengezet en is tevens in de algemene ledenvergadering van 11 juni 2004 (ALV) nader toegelicht. De ALV heeft vervolgens (unaniem) ingestemd met het genoemde beleidsplan en ter uitvoering hiervan is de Stichting opgericht. Dat [eiser 1] en [eiser 2] niet bij de genoemde ALV aanwezig waren is een omstandigheid die voor hun risico komt. Ook de omstandigheid dat zij voorafgaand aan deze ALV hun bezwaren kenbaar hebben gemaakt aan het bestuur van VBO, maakt het voorgaande niet anders. Dat het besluit van het bestuur van VBO ter zake het opzetten van het taxatienetwerk binnen de Stichting niet rechtsgeldig (genomen) zou zijn, wordt overigens niet gesteld door [naam eiser 1] c.s.
3.7. Ook de door [eiser 1] c.s. gestelde onrechtmatige concurrentie door VBO met haar leden is, mede gezien hetgeen hiervoor onder 3.3, 3.4. en 3.6. is overwogen, onvoldoende aannemelijk geworden. Dat VBO een branchevereniging is doet aan het voorgaande evenmin af, nu niet is gebleken dat zij in strijd met de belangen van (de meerderheid) van haar leden handelt. De omstandigheid dat individuele taxateurs "buiten de boot" zouden vallen, is in dit kader onvoldoende.
3.8. Nu uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de Stichting is opgericht met goedkeuring van de ALV van VBO, de Stichting vrijelijk toegankelijk is voor VBO leden, geen sprake is van onrechtmatige concurrentie en de Stichting evenmin onrechtmatige activiteiten ontplooit, is de enkele omstandigheid dat twee bestuurders van VBO tevens bestuurder zijn van de Stichting onvoldoende om te kunnen spreken van ongeoorloofde belangenverstrengeling. Dat de Stichting (bewust) gebruik maakt van de naam "VBO" om zo een bepaalde kwaliteit uit te stralen, acht de voorzieningenrechter, mede gezien het voorgaande, evenmin onrechtmatig. Daarbij komt dat gesteld noch gebleken is dat VBO bezwaar heeft tegen het gebruik van haar naam.
3.9. VBO heeft ter zitting aangegeven dat zij in het verleden wel heeft willen optreden tegen geldverstrekkers die (exclusieve) afspraken hebben met taxatienetwerken over de acceptatie van taxatierapporten. Zij heeft haar beleid ter zake echter gewijzigd, gezien de onder 3.2. omschreven eis van geldverstrekkers. Onder het motto "if you can't beat them join them", heeft VBO er vervolgens voor gekozen om met geldverstrekkers afspraken te maken over de voorwaarden waaronder door de Stichting taxaties kunnen worden uitgevoerd. Op deze wijze kunnen VBO leden toch toegang krijgen tot deze markt. Dat VBO door deze beleidswijziging in strijd met haar statutaire doelstelling handelt is, mede gezien hetgeen hiervoor onder 3.6., 3.7. en 3.8 is overwogen, evenmin aannemelijk geworden.
3.10. Nu [eiser 1] c.s. zijn vordering ter zake het gebod aan de Stichting om juridisch advies en ondersteuning aan te bieden op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd, wordt hieraan voorbij gegaan.
3.11. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen zullen worden afgewezen. [Eiser 1] c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
wijst af de vorderingen van [eiser 1] c.s.;
veroordeelt [eiser 1] c.s. in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van VBO c.s. begroot op € 1.064,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 248,-- aan griffierecht;
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 28 augustus 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.