ECLI:NL:RBSGR:2006:AY5396
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezinshereniging van meerderjarig kind met Nederlandse vader
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 14 juli 2006 uitspraak gedaan in een verzoek om gezinshereniging van een meerderjarig kind, eiseres, die de Marokkaanse nationaliteit bezit. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel gezinshereniging met haar vader, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank overweegt dat de Richtlijn 2003/86/EG inzake gezinshereniging niet van toepassing is, omdat de vader van eiseres zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft. De rechtbank stelt vast dat de vader op grond van zijn Nederlandse nationaliteit een burger van de Unie is, waardoor de aanvraag van eiseres niet onder de Richtlijn valt. De rechtbank oordeelt dat de feitelijke gezinsband tussen eiseres en haar ouders als verbroken kan worden beschouwd, aangezien eiseres in 1992 naar Marokko is gebracht en pas in 2004 een aanvraag voor gezinshereniging heeft ingediend. De rechtbank wijst erop dat de referteperiode van vijf jaar is overschreden, wat volgens het beleid van verweerder betekent dat de feitelijke gezinsband als verbroken wordt gezien. Eiseres heeft niet voldoende bewijs geleverd dat er voor haar in Marokko geen aanvaardbare toekomst is. De rechtbank concludeert dat de weigering van de mvv niet in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor het gezinsleven waarborgt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.