ECLI:NL:RBSGR:2006:AY3772
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C.M. Reinarz
- M.P. Meeuwisse
- F.C.J.E. van Hemert - Meeuwis
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot terugbetaling van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met deelname aan criminele organisatie
De rechtbank 's-Gravenhage, zittinghoudend in de nevenzittingsplaats Middelburg, heeft op 4 juli 2006 uitspraak gedaan in de zaak tegen zes verdachten die betrokken waren bij een criminele organisatie die vreemdelingen oplichtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelden wederrechtelijk verkregen voordeel hebben behaald uit hun strafbare activiteiten. In deze zaak is specifiek de veroordeelde K aan de Staat verplicht gesteld om een bedrag van € 100.000,00 terug te betalen, wat overeenkomt met het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank baseerde haar beslissing op verschillende bewijsmiddelen, waaronder processen-verbaal van regiezittingen en eerdere verklaringen van de veroordeelde. De officier van justitie had gevorderd dat de rechtbank het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op € 100.000,00, en de rechtbank heeft deze vordering toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde K, die werkzaam was voor een stichting die illegale vreemdelingen hielp, niet geloofwaardig was in haar verklaring dat zij slechts twee uren per dag werkte. De rechtbank heeft de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op basis van het salaris dat de veroordeelde zou hebben ontvangen voor haar werkzaamheden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de verplichting tot betaling aan de Staat opgelegd, waarbij artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van toepassing was. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters en griffiers.