ECLI:NL:RBSGR:2006:AY0066
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen belastingaanslag en onderhoudsverplichtingen na echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de belastingaanslag voor het jaar 2002, waarbij zijn belastbaar inkomen uit werk en woning was vastgesteld op € 34.245. Eiser stelde dat hij recht had op een persoonsgebonden aftrek van € 20.000 voor onderhoudsverplichtingen aan zijn toenmalige echtgenote, omdat hij in 2002 wekelijks € 200 aan haar had betaald en ook haar huur en rekeningen had voldaan. De inspecteur betwistte echter dat deze betalingen als onderhoudsverplichtingen konden worden aangemerkt, omdat er geen afspraken waren gemaakt over alimentatie en de betalingen niet in rechte vorderbaar waren.
Tijdens de zitting op 15 februari 2006 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij benadrukte dat de betalingen noodzakelijk waren om in de kosten van levensonderhoud van zijn ziekelijke echtgenote te voorzien. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door eiser betaalde bedragen wel degelijk als onderhoudsverplichtingen kunnen worden aangemerkt, ook al waren er geen formele afspraken gemaakt. De rechtbank heeft de belastingaanslag verlaagd tot € 14.245 en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 644. Tevens is de Staat der Nederlanden gelast het door eiser betaalde griffierecht van € 37 te vergoeden. De rechtbank heeft hiermee bevestigd dat periodieke betalingen tussen duurzaam gescheiden echtgenoten, die voortvloeien uit het familierecht, als onderhoudsverplichtingen kunnen worden aangemerkt, ongeacht het ontbreken van een rechterlijke uitspraak.
De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, 1 maart 2006, door mr. K.M. Braun, in aanwezigheid van griffier mr. I. Lampe-Selanno.