ECLI:NL:RBSGR:2006:AX8280
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het anoniementarief bij naheffingsaanslag loonbelasting en boete
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een eenmanszaak die een Internationaal Duwvaartbedrijf exploiteert, en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan eiser is opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003. De naheffingsaanslag, oorspronkelijk vastgesteld op € 11.022, is na bezwaar verminderd tot € 2.025. Daarnaast is er een vergrijpboete van 25% opgelegd, wat neerkomt op € 506.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur het anoniementarief van artikel 26b van de Wet op de loonbelasting 1964 terecht heeft toegepast, omdat eiser de identiteit van de werknemer niet had vastgesteld volgens de vereisten van de Wet op de identificatieplicht. Eiser had aangevoerd dat hij in 1999 een identiteitsbewijs van de werknemer had gevraagd, maar dit niet had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat dit niet voldoende was om aan te tonen dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de opgelegde boete terecht was, gezien de grove schuld van eiser. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.