ECLI:NL:RBSGR:2006:AX6766
Rechtbank 's-Gravenhage
- Schadevergoedingsuitspraak
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring asielberoep en opheffing vrijheidsontnemende maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 maart 2006 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij het asielberoep van eiser, A, gegrond is verklaard. Eiser, geboren in 1981 en van Haïtiaanse nationaliteit, verbleef in het Grenshospitium Tafelbergweg te Amsterdam. De rechtbank oordeelde dat de asielprocedure niet binnen de wettelijk voorgeschreven 48-uurstermijn was afgedaan, wat in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000. Hierdoor diende verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, te overwegen of de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven moest worden. De rechtbank constateerde echter dat verweerder onvoldoende gemotiveerd had waarom de maatregel niet opgeheven werd, ondanks de gegrondverklaring van het asielberoep. Verweerder had enkel aangevoerd dat er hoger beroep was ingesteld tegen de eerdere uitspraak, maar dit was niet voldoende om de voortduring van de maatregel te rechtvaardigen.
De rechtbank oordeelde dat de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel niet gerechtvaardigd was en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank beval de opheffing van de maatregel met terugwerkende kracht tot 28 maart 2006. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan eiser, ter hoogte van € 1540,--, voor de onterecht ondergane vrijheidsontneming. Ook werden de proceskosten van eiser, tot een bedrag van € 644,--, voor rekening van de Staat der Nederlanden gesteld. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J. van Bennekom, voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.