ECLI:NL:RBSGR:2006:AV1903
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een tewerkstellingsvergunning en de rol van belanghebbenden in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een tewerkstellingsvergunning (twv) op basis van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.B. Boogaart, had een aanvraag ingediend voor een twv ten behoeve van een stage bij Natuurwinkel Delft (thans Van Nature). De aanvraag werd echter afgewezen door de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen, waarna eiseres bezwaar aantekende. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van een beroepschrift door eiseres.
De rechtbank overwoog dat eiseres niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat haar belang niet rechtstreeks bij het besluit was betrokken. De rechtbank stelde vast dat het belang van de werkgever bij de afgifte van een twv niet gelijk te stellen is met het belang van de werknemer. De werkgever heeft een belang bij het verkrijgen van een vergunning om boetes te voorkomen, terwijl de werknemer een belang heeft bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet kon opkomen tegen het besluit, omdat de werkgever had afgezien van het instellen van bezwaar of beroep.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 644,--. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke rolverdeling tussen werkgever en werknemer in het kader van de Wav en de voorwaarden voor het aanmerken van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures.