Uitspraak
Rechtbank ’s-Gravenhage
UITSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen
Ontstaan en loop van het geding
Motivering
Beslissing
ongegrond.
Rechtbank 's-Gravenhage
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 8 september 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en verweerder over de vergoeding van medische kosten die in Pakistan zijn gemaakt voor de zoon van eiseres. Eiseres had verzocht om vergoeding van de kosten van een medische behandeling die door een orthopedisch chirurg in Pakistan was uitgevoerd. Verweerder had dit verzoek afgewezen op basis van de Ziekenfondswet (ZFW), met het argument dat de zoon van eiseres als verzekerde alleen recht heeft op vergoeding van kosten voor geneeskundige hulp die in Nederland of in landen met een verdrag inzake sociale zekerheid met Nederland zijn gemaakt. Aangezien er geen dergelijk verdrag met Pakistan bestaat, kwam de vergoeding niet in aanmerking.
Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat haar zoon in Nederland geen adequate behandeling kon krijgen voor zijn knieën en dat hij door de behandeling in Pakistan is genezen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ZFW en het bijbehorende Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering geen ruimte bieden voor vergoeding van de kosten die in Pakistan zijn gemaakt, omdat de omstandigheden waaronder de behandeling heeft plaatsgevonden niet voldoen aan de voorwaarden die in de wet zijn gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verblijf van de zoon in Pakistan geen verband hield met beroepswerkzaamheden en dat hij niet in een inrichting in Pakistan was opgenomen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.