ECLI:NL:RBSGR:2005:BK6398
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van inschrijvers bij aanbesteding op basis van geschiktheidseisen en concernverband
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een aanbestedingsprocedure voor de verbreding van de A2, hebben eiseressen, drie vennootschappen die deel uitmaken van het Koninklijke Volker Wessels Stevin concern, hun aanmelding terzijde gesteld gezien de beslissing van gedaagde, de Staat der Nederlanden (Ministerie van Verkeer en Waterstaat). Gedaagde heeft de aanmelding afgewezen op basis van artikel 2.1. van het selectiedocument, dat stelt dat inschrijvers die tot hetzelfde concern behoren niet in aanmerking komen voor de aanbesteding. Daarnaast is er een geschiktheidseis, zoals verwoord in artikel 3.1.g.7 van het selectiedocument, waaraan eiseressen niet voldaan zouden hebben. De eiseressen vorderden in kort geding dat hun aanmeldingen alsnog meegenomen zouden worden in de loting voor de inschrijvingsfase, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde op goede gronden de aanmeldingen terzijde heeft gelegd.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseressen niet voldaan hebben aan het zelfvereiste uit het selectiedocument, dat vereist dat gegadigden zelf de benodigde ervaring moeten hebben. Eiseressen stelden dat zij gebruik wilden maken van de ervaring van een onderaannemer, maar de rechter oordeelde dat dit niet voldeed aan de eisen die in het selectiedocument waren gesteld. De rechter concludeerde dat de beslissing van gedaagde om de aanmeldingen terzijde te leggen rechtmatig was, en dat de vorderingen van eiseressen moesten worden afgewezen. Eiseressen werden bovendien veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagde waren begroot op € 1.060,--.