ECLI:NL:RBSGR:2005:AZ9431
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van de verdeling van persoonsgebonden aftrek na onherroepelijke aanslag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, stond de herziening van de verdeling van de persoonsgebonden aftrek tussen fiscale partners centraal. Eiser, geboren in 1925, was gehuwd met zijn echtgenote en beiden hadden in 2003 een AOW-uitkering en een pensioen. Eiser had een belastbaar inkomen van € 28.110 en zijn echtgenote € 8.206. Samen hadden zij € 7.299 aan buitengewone uitgaven, waarvoor zij een persoonsgebonden aftrek hadden aangevraagd. De echtgenote had een aanslag ontvangen die onherroepelijk was geworden, waartegen geen bezwaar was gemaakt. Eiser stelde dat de gekozen verdeling van de persoonsgebonden aftrek herzien kon worden, maar verweerder betwistte dit.
Tijdens de zitting op 9 december 2005 werd duidelijk dat eiser niet beoogde een beroep op het vertrouwensbeginsel te doen. De rechtbank oordeelde dat de gekozen onderlinge verhouding van de aftrek niet meer kon worden herzien nadat de aanslag aan de echtgenote onherroepelijk was geworden. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de persoonsgebonden aftrek had beperkt tot € 226, en dat de eerdere verdeling van de aftrek bij de aangifte moest worden aangehouden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 december 2005 door mr. D.A. Verburg, in aanwezigheid van griffier H. van Lingen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij schriftelijk instemt.